What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woorden Thema 9 Technologie
de
technologie
hoe werkt de laptop, telefoon of televisie
de
technologie - de technologie
ën
zin:
Ik snap de
t
echnologie
van een laptop niet.
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
de
technologie
hoe werkt de laptop, telefoon of televisie
de
technologie - de technologie
ën
zin:
Ik snap de
t
echnologie
van een laptop niet.
Slide 1 - Slide
de
afstand
de ruimte tussen twee dingen of plaatsen
de
afstand - de afstand
en
zin:
De
afstand
tussen school en mijn huis is niet zo groot.
Slide 2 - Slide
allemaal
alles
alle mensen
zin:
Wij houden
allemaal
van de zon.
zin:
Wij gaan
allemaal
naar huis.
Slide 3 - Slide
de
app
een programma voor je telefoon
de
app - de app
s
zin:
Deze
app
is heel handig.
zin:
De
app
kost geld.
Slide 4 - Slide
de
arm
deel van je lichaam
tussen hand en schouder
de
arm - de arm
en
zin:
Ik heb mijn
armen
nodig in de sportschool.
zin:
Mijn rechter
arm
is sterk en mijn linker
arm
niet.
Slide 5 - Slide
Ik snap de
technologie
van een laptop niet.
De
afstand
tussen school en mijn huis is niet zo lang.
Wij houden
allemaal
van de zon.
Wij gaan
allemaal
naar huis.
Deze
app
is heel handig.
De
app
kost geld.
Ik heb mijn
armen
nodig in de sportschool.
Mijn rechter
arm
is sterk en mijn linker
arm
niet.
Slide 6 - Slide
de
bal
rond
om mee te spelen
gooien/rollen/schoppen
de
bal - de bal
len
zin:
Tafeltennis, volleybal en voetbal speel je met een
bal
.
Slide 7 - Slide
bijvoorbeeld
mogelijkheden / om te kiezen
wat bedoel je?
zin:
Ik ga
bijvoorbeeld
niet lopen maar fietsen.
zin:
Noem iets geks,
bijvoorbeeld
, alle docenten gaan nu naar huis!
Slide 8 - Slide
bijzonder
speciaal
zin:
Mijn zusje is
bijzonder
want zij kan heel mooi zingen.
zin:
Deze ring is heel
bijzonder.
Slide 9 - Slide
bouwen
van losse spullen iets maken
werkwoord
ik bouw- wij bouw
en
zin:
Zij
bouwen
een groot huis.
zin:
Ik
bouw
met lego
.
Slide 10 - Slide
diep
grote afstand tussen boven en beneden
zin:
Ik val in een
diep
gat.
zin:
Het zwembad is hier niet
diep
.
zin:
Hoe
diep
is de zee?
Slide 11 - Slide
Tafeltennis, volleybal en voetbal speel je met een
bal.
Ik ga
bijvoorbeeld
niet lopen maar fietsen.
Noem iets geks,
bijvoorbeeld
, alle docenten gaan nu naar huis.
Mijn zusje is
bijzonder
want zij kan heel mooi zingen.
Deze ring is
bijzonder
.
Zij
bouwen
een groot huis.
Ik
bouw
met lego.
Ik val in een
diep
gat.
Het zwembad is hier niet
diep
.
Hoe
diep
is de zee?
Slide 12 - Slide
door
van de ene kant naar de andere kant
zin:
Hij loopt
door
de klas.
zin:
Ik geef het boek
door
aan mijn buurman.
zin:
Loop maar
door
.
Slide 13 - Slide
ermee
waarvoor gebruik je het?
= daarmee
= het
zin:
Hoe gaat het
ermee
?
zin:
Ik heb een lepel en ik eet
ermee
.
Slide 14 - Slide
de
euro
het geld in Nederland
het geld in bijna alle landen van Europa
de
euro - de euro
's
zin:
Dat boek kost tien
euro
.
zin:
Ik leg 5 losse
euro's
op de tafel.
Slide 15 - Slide
geweldig
heel goed
heel mooi
heel leuk
zin:
Ik vind die film
geweldig
.
zin:
Dat heb je
geweldig
goed gedaan.
Slide 16 - Slide
goedkoop
kost niet veel geld
niet duur
zin:
Deze fiets is
goedkoop
.
zin:
Het brood kost maar € 1,00 en dat is heel
goedkoop
.
Slide 17 - Slide
Hij loopt
door
de klas.
Ik geef het boek
door
aan mijn buurvrouw.
Loop maar
door
.
Hoe gaat het
ermee
?
Ik heb een lepel en ik eet
ermee
.
Dat boek kost tien
euro
.
Ik leg 5 losse
euro's
op de tafel
Ik vind de film
geweldig.
Dat heb je
geweldig
goed gedaan.
Het brood kost maar € 1,00 en dat is heel
goedkoop.
Slide 18 - Slide
hoeven
nodig zijn
wel of niet
werkwoord
ik hoef - wij hoe
ven
zin:
Ik
hoef
geen thee.
zin:
Wij
hoeven
vandaag niet te helpen.
Slide 19 - Slide
het
hotel
een gebouw waar je één of meer nachten slaapt
je betaalt per nacht
het
hotel - de hotel
s
zin:
Ik slaap vannacht in een duur
hotel
.
Slide 20 - Slide
iedereen
alle mensen
zin:
Iedereen
mag meedoen.
zin:
Iedereen
kijkt naar de tv.
zin:
De hond blaft naar
iedereen
.
Slide 21 - Slide
iemand
een persoon
wie? je weet geen naam
zin:
Ik zie daar
iemand
lopen.
zin:
Iemand
doet de deur open.
Slide 22 - Slide
de informatie
je weet iets meer
je vraagt of zoekt
zin:
Ik zoek
informatie
op internet.
zin:
Deze
informatie
heb ik gisteren gehoord.
Slide 23 - Slide
kosten
wat is te koop
hoeveel moet je betalen
werkwoord
het kost - de appels kost
en
zin:
Die jas
kost
25 euro.
zin:
Wat
kosten
die lekkere appels?
Slide 24 - Slide
Ik slaap vannacht in een duur
hotel
.
Iedereen
mag meedoen.
Iedereen
kijkt naar de tv.
De hond blaft naar
iedereen
.
Ik zie daar
iemand
lopen.
Iemand
doet de deur open.
Ik zoek
informatie
op internet.
Deze
informatie
heb ik gisteren gehoord.
Die jas
kost
25 euro.
Wat
kosten
die lekkere appels?
Slide 25 - Slide
leven
tijd tussen geboorte en dood
mens, dier, plant
werkwoord
ik leef - wij le
ven
zin:
Ik
leef
in vrijheid.
Slide 26 - Slide
links
aan de kant van je hart
zin:
Ik schrijf met
links.
zin:
Mijn buurman zit
links
van mij.
zin:
Ik kijk naar
links
.
Slide 27 - Slide
linksaf
richting
naar links
zin:
Hij gaat bij het stoplicht
linksaf.
zin:
Bij dit bord moet je
linksaf.
Slide 28 - Slide
Ik
leef
in vrijheid.
Ik schrijf met
links
.
Mijn buurman zit
links
van mij.
Ik kijk naar
links.
Hij gaat bij het stoplicht
linksaf.
Bij dit bord moet je
linksaf.
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Verwerkingsvragen thema 9 Technologie - rose - week 1
November 2022
- Lesson with
51 slides
Dag 1 - Thema 9 - roze
June 2024
- Lesson with
17 slides
alle dia's thema 9 technologie - rose
September 2024
- Lesson with
47 slides
WOORDENSCHAT DAG 3 - Technologie - Rose
September 2023
- Lesson with
14 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Dag 1
September 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
WOORDEN plus OPDRACHTEN - technologie - rose - dag 2
November 2022
- Lesson with
16 slides
Dag 1
18 days ago
- Lesson with
17 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 3 - Thema 9 - roze
September 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Basisschool
Groep 1