9VKEA (3. Lezen)

Nederlands
9VKEA+B
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands
9VKEA+B

Slide 1 - Slide

Vragen van vorige week
1. Wat is het onderwerp van deze tekst?
2. Wat weet je al over het onderwerp?
3. Wat valt je op aan de plaatjes?
4. Wat zeggen deze plaatjes volgens jou over de tekst?
5. Welke tussenkopjes zie je?
6. Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
7. Wat is de bron van deze tekst?
8. Wat weet je over de bron?

Slide 2 - Slide

Welke woorden
zijn nieuw voor je?

Slide 3 - Mind map

Uit welke alinea's bestaat de inleiding?
A
Alinea 1
B
Alinea 2
C
Alinea 1 en 2
D
Alinea 1, 2 en 3

Slide 4 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van tekst?

Slide 5 - Open question

Uit welke alinea('s) bestaat/bestaan het slot?
A
Alinea 5
B
Alinea 6
C
Alinea 5 en 6

Slide 6 - Quiz

Wat is de kernzin uit alinea 2?
Typ de eerste 2 en de laatste 2 woorden van de zin.

Slide 7 - Open question

Hoe noem je deze vraag?
"Klinkt ongeloofwaardig? Inderdaad."
A
Foutieve vraag
B
Een voorzetsel
C
Een retorische vraag

Slide 8 - Quiz

Waarom gebruikt de schrijver een retorische vraag?

Slide 9 - Open question

Waar in de tekst kom je nog meer retorische vragen tegen?

Slide 10 - Open question

Zoek de juiste woorden bij elkaar
Indicator
onconventionele
averechts
vandalisme
toevalsverband
Voorspeller
alternatieve
iets is toevallig hetzelfde
tegenovergesteld
bewust iets kapot maken

Slide 11 - Drag question

Welk signaalwoord vind je halverwege alinea 4?
A
probleemgedrag
B
maar
C
12-jarigen
D
geen

Slide 12 - Quiz

Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Conclusie
B
Samenvatting
C
Tegenstelling
D
Opsomming

Slide 13 - Quiz

In alinea 6 staat
onconventionele muziek. Geef een voorbeeld

Slide 14 - Mind map

Voor het onderzoek hebben de onderzoekers vier jaar lang iets meer dan 300 jongeren gevolgd. Is dat genoeg om zulke grote conclusies te trekken?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Luisteropdracht

Slide 16 - Slide

Kun je wonen in de IKEA?
A
JA
B
NEE

Slide 17 - Quiz

Waarom zou dit niet kunnen?
Noem 3 redenen.

Slide 18 - Mind map

In welke winkel zou je beter kunnen wonen?

Slide 19 - Open question

5

Slide 20 - Video

00:43
Hoe komen ze op het idee om in de IKEA te gaan wonen?

Slide 21 - Open question

03:24
Hoe reageert de medewerker op het tandenpoetsen?

Slide 22 - Open question

04:27
Waarom kiezen voor de kast als verstopplek?

Slide 23 - Open question

06:55
Waarom is het niet zo handig dat één van de jongens op het bed springt?

Slide 24 - Open question

08:22
Welk dilemma hebben de jongens?

Slide 25 - Open question

Beantwoord de volgende vragen...
1. Waarom komt er geen medewerker naar de jongens toe?
2. Hoe vaak worden de dekbedden verschoond?
3.  Wat moet je doen als je een meisje meeneemt en je woont in de IKEA?
4. Welke kleding dragen de jongens?
5. Wat zeggen de jongens tegen de dames die langslopen?
6. Waarom is tandenpoetsen in de IKEA niet handig?
7. Wat is de conclusie na een nacht in de IKEA?
8. Wat is het onderwerp van het filmpje?
9. Wat is de hoofdgedachte?
10. Wat is het doel van dit filmpje?
11. Schrijf een samenvatting van tenminste 10 zinnen over dit filmpje.

Slide 26 - Slide

Informatieve teksten
  • Nieuwsberichten
  • Achtergrondartikelen
  • Voorlichtingsfolders
  • Interviews
  • Bijsluiter bij medicijnen
  • Recepten
  • Instructies
  • Schoolboeken

Slide 27 - Slide

Wat moet je doen?
  1. Opdracht 1
  2. Opdracht 2
  3. Opdracht 3
  4. Examenopdracht

Volgende week moeten deze opdrachten af zijn!

Slide 28 - Slide