WK 39 VH3 formuleren en fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

VH3 - Nederlands

Week 39 - les 1

Beknopte bijwoordelijke bijzin 

controleren

Mevrouw Giesen

Agenda 

• Leerdoelen
• Beknopte bijwoordelijke bijzin
• Oefenen in de klas
• Zelfstandig aan de slag
• Afsluiting

Leerdoelen

• Ik kan een beknopte bijwoordelijke bijzin controleren.
• Ik kan vaststellen of een beknopte bijwoordelijke goed of fout is.
• Ik kan een foute beknopte bijwoordelijke bijzin herschrijven zodat deze correct wordt.

Beknopte bijwoordelijke bijzin

Je hebt geleerd dat een beknopte bijzin geen persoonsvorm en geen onderwerp heeft. Als de beknopte bijzin een bijwoordelijke bepaling is, moet het ‘verzwegen’ onderwerp van de beknopte bijwoordelijke bijzin hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin (hz):

– 1 [bekn.bz Veel te laat bij de sportschool aangekomen] hz mocht Luc (ow) niet meer meedoen met de yogales.

Zin 1 is correct: het onderwerp van de hoofdzin (Luc) is ook het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin: Luc is immers veel te laat bij de sportschool aangekomen.

Beknopte bijwoordelijke bijzin

Als het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin niet overeenkomt met het onderwerp van de hoofdzin, is de zin ongrammaticaal (*). We spreken dan van een foutieve beknopte bijzin:

– 2a * [bekn.bz Luid applaudisserend] hz ging het doek (ow) van het theater dicht.

Zin 2a is ongrammaticaal, want het onderwerp van de hoofdzin, het doek, is niet het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.

Verbeteren - optie 1

Manier 1: Verander de beknopte bijzin in een ‘gewone’ bijzin met een persoonsvorm en een eigen, passend onderwerp: 2b [bijzin Terwijl het publiek (ow) luid applaudisseerde (pv),] hz ging het doek van het theater dicht.

Vebeteren - optie 2

Manier 2: Verander de hoofdzin en vul daarbij het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in: 2c [bekn.bz Luid applaudisserend] hz zag het publiek (ow) het doek van het theater dichtgaan.

Zelfstandig werken

Maken via de geplande taken!

Formuleren paragraaf 4 

Opdracht 1 t/m 5

Leerdoelen

• Ik kan een beknopte bijwoordelijke bijzin controleren.
  
• Ik kan vaststellen of een beknopte bijwoordelijke goed of fout is.
  
• Ik kan een foute beknopte bijwoordelijke bijzin herschrijven zodat deze correct wordt.

VH3 - Nederlands

Fictie - ontwikkeling van de hoofdpersoon

Mevrouw Giesen

Agenda vandaag

• Leerdoelen
• Hoofdpersonen
• Fases van ontwikkeling
• Zelfstandig aan de slag
  

Leerdoelen

• Ik weet hoe ik de hoofdpersoon uit een boek kan herkennen.
• Ik kan de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijven aan de hand van het conflictmodel.
• Ik ken de vier fases van het conflictmodel.

Hoofdpersoon

De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in een verhaal/boek. Het grootste deel van het verhaal gaat over deze persoon. Je komt veel over deze persoon te weten.

Conflictmodel fase 1

De eerste fase is evenwicht. Het leven van de hoofdpersoon is ‘normaal’ – alles is al een tijd hetzelfde.

Conflictmodel fase 2

In fase twee gebeurt er iets wat het leven van de hoofdpersoon ingrijpend verandert. Er ontstaat een conflict (probleem). De ouders van de hoofdpersoon gaan bijvoorbeeld scheiden, de hoofdpersoon wordt ziek of moet verhuizen.

Conflictmodel fase 3

De derde fase is ontwikkeling. De hoofdpersoon moet in actie komen om goed met de verandering te leren omgaan.

Conflictmodel fase 4

In de laatste fase is er een oplossing van het conflict of is er een nieuw evenwicht.

De hoofdpersoon is veranderd of heeft een belangrijke les geleerd.

Belangrijke mededeling

Maandag 30 september: boektoets over Otis!

Zelfstandig werken

Maken via de geplande taken!

Fictie paragraaf 1

Opdracht 1 t/m 4
 

Leerdoelen

• Ik weet hoe ik de hoofdpersoon uit een boek kan herkennen.
  
• Ik kan de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijven aan de hand van het conflictmodel.
  
• Ik ken de vier fases van het conflictmodel.

De laatste vragen

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht vandaag