2TH Aanwijzend en vragend voornaamwoord

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2C

Vandaag...
- Herhaling: pers. vnw., bez. vnw.
- Nieuw: aanw. vnw. en vr. vnw.


Huiswerk dinsdag 20 april
- Maken: uit h/v-methode: H1 grammatica: persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
- Leren: leerdoelen uit deze LessonUp


Leerdoelen:
- Ik kan het vragend voornaamwoord (vr.vnw) in een zin aanwijzen.
- Ik kan het aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) in een zin aanwijzen.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2C

Vandaag...
- Herhaling: pers. vnw., bez. vnw.
- Nieuw: aanw. vnw. en vr. vnw.


Huiswerk dinsdag 20 april
- Maken: uit h/v-methode: H1 grammatica: persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
- Leren: leerdoelen uit deze LessonUp


Leerdoelen:
- Ik kan het vragend voornaamwoord (vr.vnw) in een zin aanwijzen.
- Ik kan het aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) in een zin aanwijzen.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan het persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) in een zin aanwijzen.
- Ik kan het bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) in een zin aanwijzen.
- Ik kan het vragend voornaamwoord (vr.vnw) in een zin aanwijzen.
- Ik kan het aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) in een zin aanwijzen.

Slide 2 - Slide

Weet je nog...?

Slide 3 - Slide

Benoem pers.vnw en bez.vnw:
'Jij hebt heerlijke koekjes gemaakt om bij mijn muntthee te serveren!'

Slide 4 - Open question

Benoem pers.vnw en bez.vnw:
'Joris was te laat op school, omdat hij terug moest om zijn gymtas op te halen.'

Slide 5 - Open question

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
- Een vr.vnw vraagt altijd naar iets of iemand.
- Een vr.vnw kán in een vraagzin staan, maar dat hoeft niet.
- Er zijn vier vragende voornaamwoorden, leer ze uit je hoofd!
    > Wie
    > Wat
    > Welk(e)
    > Wat voor (een)

Slide 6 - Slide

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
- Wie is er met modderschoenen door de woonkamer gelopen?
- Wat is het huiswerk voor morgen?
- Finn wil weten welk snoepje jij het lekkerst vindt.
- Josien vraagt wat voor jurk Cira aantrekt naar het schoolfeest.

Alléén woorden die naar een persoon, dier of ding vragen zijn vr.vnw!
Woorden die naar een plaats, reden, tijd of iets anders vragen, zijn bijwoord!

Slide 7 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
- Een aanw.vnw. wijst naar iets of iemand.
- Soms staat er een zn achter een aanw.vnw., maar dat hoeft niet.
- Aanwijzende voornaamwoorden zijn:
    > deze             > zo'n
    > die                 > zulk(e)
    > dit                  > dergelijk(e)
    > dat

Slide 8 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Deze ijsjes zijn echt superlekker!
Liza vindt Paula's zandkasteel mooier dan dat van Jesse.
Die nieuwe schoenen van Coen zijn te gek. Ik wil ook zulke!

Slide 9 - Slide

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Wat vind jij van dat nieuwe boek
van Carry Slee?

Slide 10 - Open question

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Die docent wil weten welke opdrachten we nog moeilijk vinden.

Slide 11 - Open question

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Waarom hebben jullie dit geheim aan zulke onbetrouwbare mensen doorverteld?

Slide 12 - Open question

Heb je de opdrachten van H1 > Grammatica > Woordsoorten af?
A
Ja, zeker
B
Nee, bijna
C
Nee, maar ik ben goed op weg
D
Nee, ik moet nog beginnen

Slide 13 - Quiz

Kun je aanw.vnw, vr.vnw, pers.vnw en bez.vnw in een zin aanwijzen?
A
Ja, zeker
B
Ja, ik denk het wel
C
Nee, maar ik ben goed op weg
D
Nee, ik heb hulp nodig

Slide 14 - Quiz

Deze vraag heb ik nog over de leerdoelen:

Slide 15 - Open question

Huiswerk 
Huiswerk dinsdag 20 april
- Maken: uit h/v-methode: H1 grammatica: persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (startopdracht, opdr. 1+2)
- Leren: leerdoelen uit deze LessonUp

Heb je je huiswerk af? Ga je boek lezen en werk aan je vlog.
Inleverdatum vlog: vrijdag 21 mei.

Slide 16 - Slide