6.4 Transport door de darm, opname van stoffen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H6 Voeding, vertering en gezondheid

Deze les:

• Algemene introductie
• 5.1 Plantaardige en dierlijke voedingsstoffen
• 6.1 Gezonde voeding

Deze les:

- Afronden practicum Amylase (vragen achteraf) + inleveren

- 6.4 dl1: darmperistaltiek (leerdoelen 12 en 13)

- Opdrachten

- 6.4 dl2: bouw darm, resorptie en darmflora (leerdoelen 14 t/ 16)

Afronden pract. Amylase

Vragen achteraf: 

1. Waarom test je de inhoud van de buizen al bij 0 seconden?

2. Welke buis (1 of 2) vertoont zetmeelafbraak? Verklaar je antwoord.

3. Na hoeveel tijd was het zetmeel volledig afgebroken bij de verschillende temperaturen? 

4. Verzamel deze gegevens van de hele klas in een overzichtelijke resultatentabel.

5. Maak een grafiek van de resultaten (temperatuur vs. tijd voor volledige zetmeelafbraak).

6. Wat is de optimale temperatuur voor amylase in deze proef? Hoe verklaar je dit?

7. Wat gebeurt er bij te hoge temperaturen (>45°C) met amylase?

8. Komt je conclusie overeen met de theorie over enzymwerking? Licht je antwoord toe.

9. Wat zou je in een vervolgexperiment kunnen onderzoeken om meer te leren over enzymactiviteit?

Lever per tweetal de antwoorden op de vragen (vooraf en achteraf), tabellen en grafiek in via Classroom. 

Leerdoelen 6.4

12. Je beschrijft het transport van voedsel door het maagdarmkanaal

13. Je licht de invloed toe van pH-veranderingen op de vertering van voedsel. 

14. Je licht het verband toe tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit. 

15. Je beschrijft op welke twee manieren voedingsstoffen vanuit de darmen het lichaam ingaan.

16. Je beschrijft de rol van de darmflora

Transport door de darm

Als je op je kop hangt, kun je nog prima een flesje water leegdrinken!

Hoe kan dat?

Darmperistaltiek

Maag

Kringspier:

voorkomt dat maagzuur naar boven gaat

Maagportier: houdt voedsel in de maag

Maagportier

De maagportier opent zo nu en dan om een kleine hoeveelheid voedsel naar twaalfvingerige darm door te laten.

In de twaalfvingerige darm wordt het maagzuur (pH 2) geneutraliseerd door het alvleessap (pH 8)

Opdrachten

- Maak 6.4 opdr. bij leerdoelen 12 en 13

- HW controle: af t/m 6.3?

Klaar? 

Lezen 6.4 blz. 202 + 203

Leerdoelen 6.4

12. Je beschrijft het transport van voedsel door het maagdarmkanaal

13. Je licht de invloed toe van pH-veranderingen op de vertering van voedsel. 

14. Je licht het verband toe tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit. 

15. Je beschrijft op welke twee manieren voedingsstoffen vanuit de darmen het lichaam ingaan.

16. Je beschrijft de rol van de darmflora

Darmepitheel

De darmen zijn helemaal bedekt met epitheelcellen (dekweefselcellen). Die cellen vormen de grens tussen buiten (inhoud van de darmen) en binnen (in de cellen/ weefselvloeistof/ bloed).

De darm is bevat darmplooien, de plooien bevatten vlokken en de epitheelcellen bevatten microvilli = oppervlakte vergroting.

BINAS 82C

BINAS 82E

Opname voedingsstoffen

Resorptie

Opname van voedingsstoffen door de darmen heet resorptie.

Wateroplosbare voedingsstoffen die door de darmen zijn opgenomen gaan daarna naar de bloedvaten (haarvaten dunne darm). 

Dan komt het in de poortader en stroomt naar de lever.

Resorptie

Vettige voedingsstoffen (glycerol, vetzuren) die door de darmen zijn opgenomen gaan naar de lymfevaten. Deze komen bij de sleutelbeenader in het bloed.

Haarvat

Lymfevat

Leerdoelen 6.4

12. Je beschrijft het transport van voedsel door het maagdarmkanaal

13. Je licht de invloed toe van pH-veranderingen op de vertering van voedsel. 

14. Je licht het verband toe tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit. 

15. Je beschrijft op welke twee manieren voedingsstoffen vanuit de darmen het lichaam ingaan.

16. Je beschrijft de rol van de darmflora

Resorptie dikke darm

In de dikke darm vindt voornamelijk resorptie van water plaats.

Darmflora dikke darm

Alle darmbacteriën samen vormen darmflora, meeste onschadelijk en sommige nuttig; bijv. voor afbraak cellulose (voedingsvezel), aanmaak vitamine K of ontstekingsremmende stoffen.

Prebiotica: zijn voedingsstoffen die groei van nuttige bacteriën stimuleren.

Probiotica: zijn voedingsmiddelen met nuttige bacteriën erin. 

Aan de slag!

- Samenvatten 6.4 samen leerdoelen (12 t/m 16)

- Slim stampen 6.4 

- Maken opdrachten 6.4 t/m leerdoel 16