3BB 2.5 les 9 Les

Paragraaf 2.5 Dieren bewegen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.5 Dieren bewegen

Slide 1 - Slide

Welke vraag van de formatieve toets 2.1 t/m 2.3 moet ik uitleggen?

Slide 2 - Open question

De arm is uit de kom
Blauwe plek door stomp
Enkel klapt dubbel
Een arts moet de botten zetten
Kuitspier is beschadigd bij een zweepslag
Botbreuk
Kneuzing
Ontwrichting
Spierscheuring
Verzwikking

Slide 3 - Drag question

Spierblessures
Blessure = letsel 
  1. Spierpijn (door afvalstoffen)
  2. Spierkramp (sterk samentrekken spier)
  3. Spierscheuring (b.v. zweepslag)
  4. Kneuzing (beschadiging spiercellen en bloedvaatjes) Bloeduitstorting (bloedvaatjes in de huid beschadigd)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe verschillende dieren hun wervelkolom bewegen
  • Je kunt voorbeelden geven van dieren die hun wervelkolom heen en weer bewegen of op en neer bewegen
  • Je kunt het verschil tussen topgangers, teengangers en zoolgangers benoemen
  • Je kunt uitleggen waarom uitleggen waarom zoogdieren sneller kunnen bewegen dan amfibieën en reptielen

Slide 5 - Slide

timer
1:00
Gewervelde dieren

Slide 6 - Mind map

Gewervelde dieren

Slide 7 - Slide

Vissen, amfibieën, reptielen
  • Bewegen met de wervelkolom van links naar rechts (heen en weer)
  • Amfibieën: zwemmen en kruipen (poten aan zijkant van het lichaam: kikker, salamander)
  • Reptielen: veel ribben met spieren en daardoor erg bewegelijk (slang, hagedis, krokodil, schildpad) 

Slide 8 - Slide

Vogels en zoogdieren
  • Bewegen met de wervelkolom op en neer (golvende bewegingen)
  • Hebben poten recht onder de wervelkolom
  • Door de spieren aan de bovenkant en onderkant van de wervelkolom kunnen ze zich snel voortbewegen

Slide 9 - Slide

Bij beweging van een vis beweegt de wervelkolom...
A
Van links naar rechts
B
Van boven naar beneden
C
Helemaal niet
D
In alle richtingen

Slide 10 - Quiz

Zoogdieren
  • Topgangers (hoefgangers) - Lopen op puntje van hun teenkootjes, daar omheen hebben ze hoeven
  • Teengangers - loopt op de teenkootjes
  • Zoolgangers - loopt op de gehele voet

Slide 11 - Slide

Het snelste zoogdier ter wereld

Slide 12 - Slide

Noem een dier dat topganger is

Slide 13 - Mind map

Waar hoort een kat bij?
A
Zoolgangers
B
Teengangers
C
Hoefgangers/Topgangers

Slide 14 - Quiz

De volgende les
Hoe gebruiken zoogdieren hun ledematen?


Lezen voor de volgende les: blz. 122 en 124

Slide 15 - Slide

Maken 

Opdracht: 1 t/m 14 (blz. 116 t/m 120)

Lezen voor de volgende les: blz. 60 t/m 62





Slide 16 - Slide