En tot hem sprak ten antwoord de snelvoetige Achilles:
85 “Wees geheel gerust en vertel de godsspraak, welke je ook maar kent;
want nee echt, bij de aan Zeus geliefde Apollo, tot wie biddend jij, Kalchas,
aan de Grieken orakels openbaart,
niemand) zal, terwijl/zolang ik leef en op aarde mijn ogen open heb,
tegen jou bij de holle schepen zijn zware handen opheffen,
90 (niemand) van alle Grieken, zelfs niet als je Agamemnon noemt,
die nu vol trots beweert verreweg de beste van de Grieken te zijn”.