This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
TELEFONEREN is te leren!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Hoe gebruik jij zelf je telefoon?
Slide 3 - Open question
Wat is het verschil tussen:
-Zakelijk telefoneren
- Privé telefoneren
Slide 4 - Slide
Iemand zakelijk bellen, hoe doe je dat?
Stap 1:
Klant correct groeten
Beleefd blijven
Slide 5 - Slide
Stap 2: Voorstellen
Noem jouw naam
De naam van jouw bedrijf of instelling
Slide 6 - Slide
Stap 3: Vertel waarom je belt
Zo kort en helder mogelijk
Controleren of de ander het begrijpt!
Slide 7 - Slide
Stap 4: Geef de ander ruimte om te reageren
Een stilte laten vallen
Slide 8 - Slide
Stap 5: Kom tot de kern!
Leg uit waar het precies om gaat
Slide 9 - Slide
Stap 6: Laat de ander weer reageren
Geef de ander ruimte om jou een reactie of oplossing te geven.....
of heeft diegene nog vragen?
Slide 10 - Slide
Stap 7: Afspraken maken
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Hoe?
Slide 11 - Slide
Stap 8: Schrijf belangrijke gegevens op
Maak een telefoon notitie
Naam spellen zodat je het niet fout noteert
Slide 12 - Slide
Stap 9: Alles controleren
Herhaal hardop
Vraag of het klopt
Slide 13 - Slide
Stap 10: Afscheid nemen
Neem formeel/gepast afscheid
Fijne dag toewensen
Slide 14 - Slide
Welk telefoneer-hulpmiddel hoort er niet bij:
A
telefoonalfabet
B
telefoonnotitie
C
kalender
D
reclameadressenlijst
Slide 15 - Quiz
Inkomende gesprekken zijn:
A
binnenkomende telefoontjes van externe bellers.
B
binnenkomende telefoontjes van interne bellers.
C
binnenkomende telefoontjes van interne- en externe bellers
D
geen van alle.
Slide 16 - Quiz
Welke algemene hulpmiddelen gebruik je bij de telefoon?
Slide 17 - Open question
Welke (bedrijfs)hulpmiddelen kun je daarnaast nog gebruiken?
Slide 18 - Open question
Wat staat er op een telefoon notitie?
Slide 19 - Open question
Wat staat er extra op een telefoon notitie?
Slide 20 - Open question
Veel bedrijven hebben bedrijfsregels in een protocol. Wat hoort daar niet bij:
A
afspraken over het gebruik van de telefoon.
B
afspraken over de huisstijl.
C
voorschriften voor kleding.
D
afspraken over privégesprekken op het werk
Slide 21 - Quiz
Welke uitspraak is juist?
A
Tegen externe bellers ben je altijd formeler dan tegen interne bellers.
B
Als je iets niet weet probeer je dat voor de beller verborgen te houden.
Slide 22 - Quiz
Welke uitspraak is NIET juist?
Je zet een beller in de wacht als:
A
je hem probeert door te verbinden.
B
je iets voor hem wilt opzoeken.
C
je met je collega aan het praten bent.
D
je met een andere beller gaat spreken.
Slide 23 - Quiz
Opdracht: telefoongesprek naar 'buiten'
Schrijf een zelf bedacht gesprek uit
dat jij voert vanuit jouw stageplaats naar een extern bedrijf/externe klant. Denk aan alle onderdelen van een goed formeel gevoerd gesprek, sla geen stappen over.