HST 6 Hart en bloedvaten

Het hart en vaatziekten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het hart en vaatziekten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Periode 3

week
onderwerp
TM
1
Het bewegingsstelsel
1.2
2
Hart- en bloedstelsel
1.3
3
Hart- en vaatziekten
2.3
Voorjaarsvakantie
4
Werken in TM
1.2  1.3 en 2.3
week
onderwerp
TM
5
Het ademhalingsstelsel
1.5
6
COPD en Astma
2.4
7
Infectieziekten
2.5
8
Geriatrische gezondheidsproblemen
2.8
9
Werken in TM
1.5 2.4 2.5 en 2.8

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel weet jij al over het hart en vaatziekten?
010

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Leerdoelen hart
Je kunt:
  • Uitleggen waar in het lichaam het hart zich bevindt.​
  • Uitleggen wat de grote en kleine bloedsomloop is. 
  • De werking van het hart beschrijven. ​
  • Drie soorten bloedvaten in het lichaam onderscheiden en de kenmerken ervan beschrijven.
  • Beschrijven hoe de bloeddruk werkt



Slide 4 - Slide

Iemand eigenaar maken van 1 leerdoel. Einde les leerdoel samenvatten
Ligging
Spier​ met zuig-perspomp​

Grootte = gebalde vuist​
In borstholte​
Tussen longen​
Links 





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Denken
Hoe ziet het hart er uit? 
Kies werkblad en ga deze maken
10 min
Delen
Overleg met je buur wat je weet en vul aan
5 min
Uitwisselen
Klassikaal nabespreken
10 min
timer
4:30

Slide 7 - Slide

Uitprinten groot hart van werkblad voor klassiekaal bespreken: wat ligt waar? en functie
Differtentiatie: Degene met laag cijfer mag op internet informatie zoeken
Buitenkant
Binnenkant

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

3 types bloedvaten: ​

Slagaders​
Haarvaten​
Aders 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slagaders
  • Bloed van hart naar organen ​
  • Hoge druk ​
  • Stevige dikke wand​
  • ‘Hartslag’ voelbaar door uitzetting​
  • Zuurstofrijk bloed

​Vb. aorta, longslagader ​





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Haarvaten
  • Netwerk ​
  • Bij elk orgaan​
  • Zo dun als een haar ​
  • Uitwisseling zuurstof/ voedingsstoffen/afvalstoffen ​

     bloed <--> weefsel 



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aders
  • Dunne wand, breed vat ​
  • Soms met kleppen (armen / benen) ​
  • Bloed van organen => hart 
  • Zuurstofarm bloed


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bloeddruk 
  • Pompkracht hart en wijdte bloedvaten = Bloeddruk (tensie) 

  • Onderdruk/diastolische waarde = wordt gemeten als het hart ontspant.
  • Bovendruk/systolische waarde = wordt gemeten als het hart samentrekt

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoge/lage bloeddruk
Normale bloeddruk = 120/80
Hypertensie = hoge bloeddruk, bovendruk hoger dan 140
Hypotensie = lage bloedruk, Vrouwen 100/60, mannen 110/70 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hartinfarct

Slide 17 - Slide

Bij een hartinfarct sluit een bloedstolsel één van de takken van de kransslagaders, die het hart van zuurstof voorzien, helemaal af. Het deel van het hart dat achter de verstopping ligt krijgt dan geen zuurstof en kan afsterven.

Pijn, drukkend of knijpend gevoel op de borst
Pijn tussen de schouderbladen
Uitstralende klachten als pijn in de arm, keel, kaak
Deze pijn duurt ook in rust langer dan 5 minuten
Kortademigheid, zweten
Misselijkheid, braken
Klachten nemen vaak toe bij inspanning
Voor vrouwen geldt dat zij vaker andere klachten hebben dan mannen, zoals:

Pijn in de bovenbuik, kaak, nek of rug;
Pijn tussen de schouderbladen;
Extreme moeheid;
Duizeligheid;
Onrustig gevoel, angst en snelle ademhaling.
 

Trombose been

Slide 18 - Slide

Wanneer een bloedstolsel een ader in uw been afsluit, heeft u een trombosebeen. Omdat het bloed niet meer weg kan stromen, zwelt het been op. Een trombosebeen kan leiden tot een (levensgevaarlijke) longembolie.
Longembolie

Slide 19 - Slide

Een longembolie treedt op als een gedeelte van een stolsel losraakt uit de ader van het been of de buikholte. Dit stolsel wordt meegevoerd met de bloedstroom en komt via de ader door het hart in de longslagader terecht.
Het longweefsel achter de bloedprop kan afsterven als niet snel genoeg behandeld wordt. Dit wordt een longinfarct genoemd. 
Aderverkalking

Slide 20 - Slide

waarbij vetachtige stoffen zich hechten aan de binnenwand van de slagaders. Dit maakt de slagaders nauwer en vermindert hun elasticiteit, zodat er minder bloed naar de weefsels kan stromen. 
Hoeveel weet jij nu over het hart en de bloedvaten?
010

Slide 21 - Poll

This item has no instructions