In opsommingen: ‘Zij schrijft artikelen, essays, romans, verhalen en columns.’
Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden: ‘Oma had een mooie, oude, donkere linnenkast.’
‘Kamp, de minister van Defensie, deed een nieuw voorstel.’
‘Mijn buurman Arend, die vroeger een collega van mij was, heeft alles geregeld voor het straatfeest.’