H6.1 voeding op maat les 1

 Voedselonderzoek
H6.1: Voeding op maat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Voedselonderzoek
H6.1: Voeding op maat

Slide 1 - Slide

lesdoel
  • weten welke soorten voedingsstoffen er zijn
  • weten wat de functie is van de voedingsstoffen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vezels
Vezels
  • Goed voor spijsvertering en geeft "vol gevoel"
  • Groente, fruit(schil), volkorenbrood, peulvruchten
  • Koolhydraten die niet worden afgebroken in het lichaam = onverteerbaar
  • Voorbeeld: cellulose lijkt op zetmeel, maar kan niet worden afgebroken

Slide 4 - Slide

Alle vezels zijn verteerbaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zuur
De vetzuren heten zuren, omdat ze van een zuurgroep zijn voorzien in het molecuul: de 2 zuurstofatomen, met het koolstofatoom waar ze aan vast zitten. 
Dit wordt ook wel een carbonzuur genoemd.

Slide 8 - Slide

Welke vetten zijn het gezondst voor je?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 9 - Quiz

Eiwitten
Eiwitten
  • Bouwstenen van je lichaam
  • Vlees, melk, vis, ei, noten, peulvruchten (bonen & erwten), granen
  • Opgebouwd uit aminozuren

Slide 10 - Slide

Eiwitten
Aminozuren:
  • Bestaan uit C, O, H, N en soms S-atomen
  • Er zijn 20 verschillende aminozuren
  • 12 daarvan kan je lichaam zelf maken
  • De andere 8 haal je uit voeding = essentiële aminozuren
glycine
cysteïne

Slide 11 - Slide

Alle 20 verschillende aminozuren moet je uit je voeding halen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Vitamines en mineralen
Van vitamines en mineralen heb je niet zoveel nodig. 
Heb je ze niet, word je wel ziek! 
vitamines: A, B, C, D, E en K
Mineralen: bv Ca voor je botten (melk) en Fe voor het vervoeren van zuurstof in je bloed (spinazie)

Slide 13 - Slide

Nu: maken opgave 4, 5 en 7
blz. 153 
10 minuten

Slide 14 - Slide