klas TH2M week 3 les 5 Poezie en Beeldspraak

Welkom TH2M

Reader, schrift, roman op tafel Startopdracht: 
  1. Van welk perspectief is sprake in het volgende fragment? "Roodkapje wist nog niet dat ze de wolf zou tegenkomen die haar en haar grootmoeder zou verslinden."
  2. Schrijf een stukje van een verhaaltje in ik-perspectief.




1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom TH2M

Reader, schrift, roman op tafel Startopdracht: 
  1. Van welk perspectief is sprake in het volgende fragment? "Roodkapje wist nog niet dat ze de wolf zou tegenkomen die haar en haar grootmoeder zou verslinden."
  2. Schrijf een stukje van een verhaaltje in ik-perspectief.




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Reader, schrift, roman op tafel 
Huiswerkcontrole

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze week heb je nagedacht over het begrip vrijheid en heb je een gedicht geschreven met beeldspraak
  • Les van vrijdag: opvang: lezen en toetsvragen maken in de les

=> TEA 1: toets Zonder Titel

     

    Slide 5 - Slide

    Lezen tekstblokken pag. 7 en 8
    Zonder Titel: lezen t/m hst 35 (t/m pag. 134)
    opdrachten maken t/m pag. 9









    Slide 6 - Slide

    Gedichten
    Sla pag. 10 van je reader open 

    Slide 7 - Slide

    Bedoelen - Raken - Verwonderen

    Slide 8 - Slide

    Vrijheid
    • Wat is vrijheid voor jou? (vul in bij opdr. 2 pag. 10)
    • Lees gedicht 2, 3 en 4 en kies één dat je het meeste aanspreekt. Onderstreep de zinnen en woorden die jou het meeste raken (vul in bij opdr. 3)
    • Zoek naar definities van vrijheid op internet. Noteer deze en hun bronnen bij opdracht 4 op pag. 13 (reader). 
    timer
    13:00

    Slide 9 - Slide

    Zintuiglijke ervaringen
    • "Grauw is de grijze dikke mist
    • een donkere dag is ook een dag
    • door het raam kijkt men op in het niets
    • toch in de verte zoekt men op
    • staat de wereld op zijn kop"...
    • Welk beeld? sfeer? welke klank? welke smaak?
    • bedenk dit nu voor "vrijheid" (pag. 14)

    Slide 10 - Slide

    Uitleg beeldspraak (figuurlijk taalgebruik)

    Je maakt aantekeningen in je schrift

    Slide 11 - Slide

    "Erg hoge golven..."
    "Huizenhoge golven..."

    Slide 12 - Slide

    Je leert drie soorten beeldspraak:

    Slide 13 - Slide

    De kamer van jou is het object.
    De zwijnenstal is het beeld waarmee de kamer wordt vergeleken.

    Slide 14 - Slide

    Vergelijking
    • Bij de vergelijking heb je vaak woorden als 'lijkt wel' of 'net als'
    • "Mijn ogen hangen als vliegen om je heen"
    • Ze rende weg, zo snel als een cheeta.

    Slide 15 - Slide

    Het object (hoe jouw sprong in het zwembad eruitziet)wordt hier niet genoemd.  Het beeld is een bommetje.

    Slide 16 - Slide

    Metafoor
    • Bij een metafoor heb je niet de woordjes 'als' of 'lijkt wel'. Het beeld wordt direct gepresenteerd.
    • Voorbeelden: "Ik ging naar mijn veilige haven" (bedoeld wordt: thuis). "Het leven is een weg vol kuilen en hobbels"  (bedoeld wordt: moeilijk). "Leon is een wandelende encyclopedie" (bedoeld wordt: hij weet alles).
    • Spreekwoorden zijn metaforen.

    Slide 17 - Slide

    Personificatie
    • Bij een personificatie stel je iets levenloos of iets abstracts voor alsof het leeft.
    • Voorbeelden: "De tijd vliegt" (de tijd wordt hier als een persoon voorgesteld die kan vliegen). "Het schilderij leert ons iets over de gewoontes uit de zeventiende eeuw".

    Slide 18 - Slide

    Wat is het doel van beeldspraak? 
    • .....
    • ....
    • Schrijf nu je eigen gedicht (pag. 16)
    • Plenda voor vrijdag:
    • Opdrachten t/m pag 16 af
    • Lezen in Zonder Titel t/m hst. 39, pag. 153
    • Plenda volgende week: lezen t/m hst. 48 = pag. 179

    Slide 19 - Slide

    Terugblik

    Slide 20 - Slide