Lektion 1: Alltag - A+B

1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vertaal de volgende woorden:
opstaan - douchen - ontbijten

Slide 13 - Open question

Vertaal de volgende woorden:
naar school gaan - les hebben - naar huis gaan

Slide 14 - Open question

Vertaal de volgende woorden:
de hond uitlaten - avondeten - tv kijken

Slide 15 - Open question

Vertaal de volgende woorden:
de hond uitlaten - avondeten - tv kijken

Slide 16 - Open question

Vertaal de volgende woorden:
huiswerk maken - naar bed gaan

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

maak een zin met de afbeelding
én de volgende elementen:
Jana - 7.30 uur

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Maak een opsomming. Gebruik de 'opsommingswoorden' en maak van de volgende elementen 4 zinnen:
1. eerste opsommingswoord + ich + aufstehen.
2. tweede opsommingswoord + ich + ontbijten.
3. derde opsommingswoord + ich + les hebben.
4. vierder opsommingswoord + ich + huiswerk maken

Slide 21 - Open question

Schreibe hier deinen Text von A. Aufgabe 5 (S. 6) auf.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vertaal de volgende zinnen:
's Ochtends heb ik les, 's middags maak ik huiswerk, 's avonds kijk ik tv en 's nachts ga ik naar bed.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide