Nederland werd in 1813 een c
onstitutionele monarchie: een koninkrijk met een
grondwet.
De ministers luisterden naar de koning, het parlement had weinig te zeggen.
Kortom: De koning had veel macht.
In 1848 kwam er een nieuwe grondwet, geschreven door de liberaal Thorbecke
Liberalen komen op voor vrijheid van de burgers en vinden dat de regering zo min mogelijk regels moet maken.
In 1848 kreeg hij een kans: het was onrustig in Europa door opstanden van burgers tegen regeringen. Ook in Amsterdam was het onrustig --> Koning is bang voor revolutie