3.2 bloedsomloop

3.2 Bloedsomloop
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

3.2 Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht:
Lees Blz. 166 t/m 170
Maak opdr. 1 t/m 3
10 min. stil

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les: 
  • Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.


  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.


  • Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bloedvatenstelsel













bloedvaten en het hart 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

bloedvaten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

slagaders en aders hebben de naam van het orgaan waar ze naartoe of vanaf lopen. bv beenslagaders en beenaders

Slide 9 - Slide

slagaders en aders hebben de naam van het orgaan waar ze naartoe of vanaf lopen. bv beenslagaders en beenaders
SLAG ader
 ader

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken  verschillende bloedvaten
Slagaders
Aders
Haarvaten
Richting
van hart af
naar hart toe
in organen
Bloeddruk
hoog
laag
middelmatig
Wand
dik, elastisch, stevig
dunne wand
één cellaag dik
Hartslag
'Slag' merkbaar (pols)
'Slag' niet merkbaar
'Slag' niet merkbaar
Plaats
meestal diep in lichaam
meestal ondiep
in het hele lichaam
Kleppen
alleen 1/2maanvormige kleppen
overal kleppen; verhinderen terugstromen bloed
geen kleppen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Dubbele bloedsomloop

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


A
1. slagader 2. haarvat 3. ader
B
1. aorta 2. haarvat 3. ader
C
1. ader 2. haarvat 3. slagader
D
1. ader 2. haarvat 3. ader

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In welke volgorde stroomt het bloed?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Poortader: een apart bloedvat
  • Poortader: tussen darmen en lever
  • Stoomrichting: naar lever toe
  • Zuurstofarm bloed want opgebruikt in darmen
  • Veel voedingsstoffen want komt van darmen
  • Lever krijgt zuurstof van leverslagader

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit de volgende woorden:(hart, longen, zuurstof, koolstofdioxide, slagaders, aders, lichaam, zuurstofrijk, zuurstofarm)
In de kleine bloedsomloop stroomt het bloed van het ______ naar de ______ en weer terug. Hier neemt het bloed ______ op en geeft het ______ af.
In de grote bloedsomloop stroomt het bloed van het ______ naar het hele ______. Het bloed brengt hier ______ naar de organen en neemt afvalstoffen zoals ______ op.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De kleine bloedsomloop loopt van het hart naar de organen en terug
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het hart pompt bloed in zowel de grote als de kleine bloedsomloop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

In de longen neemt het bloed zuurstof op en geeft koolstofdioxide af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk dat zuurstofarm bloed naar de longen wordt gepompt?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Opdrachten
Maak opdracht: 3 t/m 8 (als je extra uitdaging wilt, maak je ook opdrachten 9 en 10)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions