Lezen hoofdstuk 2 LJ2 les 1

Lezen
Hoofdstuk 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Lezen
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Deze les (blokuur)
- Wie huiswerk niet af?
-  Herhalen theorie hoofdstuk 1
- Uitleg theorie deze les
- Maken opdrachten

Slide 2 - Slide

Wie huiswerk niet af?
Huiswerk was:
Heel hoofdstuk 1
Opdracht 1 t/m 19
(hiervoor heb je 4 lesuren - 2 blokuren - de tijd gehad)

Slide 3 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 4 - Open question

Waaraan kan je alinea's herkennen?

Slide 5 - Open question

Hoe noem je een titel bij een alinea?

Slide 6 - Open question

Hoofdstuk 2: Tekstdoelen
- Wat het doel is van de schrijver, wat hij ermee wil bereiken

Je moet er drie kennen, namelijk...

Slide 7 - Slide

Tekstdoelen
1. Informeren

2. Activeren / overhalen

3. Amuseren

Slide 8 - Slide

Tekstdoelen
Tekstdoel
De schrijver wil
Voorbeelden
Informeren
De lezer informatie geven over een bepaald onderwerp
* Nieuwsbericht
* Handleiding
Activeren / overhalen
Dat de lezer iets gaat doen / in actie komt
* advertentie
* Uitnodiging voor feest
Amuseren
Dat de lezer plezier heeft in het lezen van de tekst
* leesboek
* stripverhaal

Slide 9 - Slide

Verwijswoorden
- Verwijzen naar 1 of meerdere woorden in de tekst
- Prettig lezen
- Stel jezelf een vraag om antwoord te krijgen naar wie het verwijst:



De moeder van Isa geeft dit weekend een feest. Zij wordt namelijk 35 jaar oud.

"Wie wordt 35 jaar oud?" --> De moeder van Isa

Slide 10 - Slide

Signaalwoorden: voorbeeld
Signaalwoord: geeft het verband aan tussen woorden, zinnen of alinea's.

Je kent al:
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van tegenstelling

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden: voorbeelden
Deze signaalwoorden geven aan dat er een voorbeeld komt:
bijvoorbeeld, zoals, ter illustratie

In de natuur komen veel verschillende slangen voor, zoals adders en ringslangen.

Slide 12 - Slide

Signaalwoorden
Deze verbanden en signaalwoorden moet je nu kennen:

Verband
Signaalwoorden
Opsomming
ten eerste, ook, bovendien, verder
Tegenstelling
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
Voorbeeld
bijvoorbeeld, een voorbeeld hiervan is, zo, zoals, ter illustratie

Slide 13 - Slide

Maken opdrachten

Maak daarna opdracht 1 t/m 13 van 2.2 Lezen, dus hoofdstuk 2, paragraaf 2

Dit is huiswerk voor vrijdag 15 januari!

Slide 14 - Slide

Maken opdrachten

- Maken opdracht 1 t/m 7 van 2.2 Lezen
Dit is dus hoofdstuk 2, paragraaf 2

Om 09.40 uur gaan we verder met de rest van de uitleg, zorg dat je dan weer aanwezig bent!

Slide 15 - Slide

Welkom terug
- Uitleg verwijswoorden

- Uitleg Signaalwoorden: voorbeeld

- Maken opdrachten

Slide 16 - Slide