8.2 pH berekenen van basen

1 / 22
next
Slide 1: Video
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Een base is een deeltje dat:
A
een H+ opneemt (acceptor)
B
dat een H+ afstaat (donor)

Slide 3 - Quiz

Een basische oplossing bevat:
A
H+
B
OH-
C
waterstof-ionen
D
hydroxide-ionen

Slide 4 - Quiz

Een basische oplossing heeft een pH van:
A
0
B
7
C
lager dan 7
D
hoger dan 7

Slide 5 - Quiz

Een 1 M natriumhydroxide-oplossing (natronloog) heeft een .............een
1 M kaliumhydroxide-oplossing (kaliloog)?
A
hogere pH als
B
lagere pH als
C
even grote pH dan

Slide 6 - Quiz

Beide zijn sterke eenwaardige basen dus evenveel (hydroxide) OH-- ionen

Slide 7 - Slide

1M natronloog heeft een .............
1M barietwater.
A
hogere pH dan
B
lagere pH dan
C
even grote pH als

Slide 8 - Quiz

Uitleg
1M Natronloog maak je door 1 mol Na(OH) in water op te lossen. 
NaOH --> Na+ + OH-

1M Barietwater maak je door 1 mol Ba(OH)2 in water op te lossen. 
Ba(OH)2 --> Ba2+ + 2 OH-

Er zit dus 2x zoveel hydroxide-ionen in het barietwater van dezelfde concentratie. 
Dus is barietwater basischer. 
Dus de pH van barietwater hoger.

Slide 9 - Slide

Berekenen
Voor het rekenen aan basen geldt het volgende;

  • pOH = -log [OH-]
  • [OH-] = 10-pOH
  • pH + pOH = 14 (of pH = 14 - pOH)

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 1

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 2

Slide 12 - Slide


A
1,82
B
12,18
C
7,02
D
1,82

Slide 13 - Quiz

Uitleg
KOH  →  K+  +  OH-

1 mol KOH  :  1 mol OH  
         [KOH]  :  [OH
     0,015 M  :  0,015 M

pOH = −log [OH]                                             pH = 14,00 − 1,82     
pOH = −log 0,015                                              pH = 12,18 (2 cijfers achter komma)
pOH = 1,82
                
       

Slide 14 - Slide

Bereken de pH van
0,0045 M barietwater
(bariumhydroxide-oplossing).
A
2,05
B
1,02
C
14
D
11,95

Slide 15 - Quiz

Uitleg
Ba(OH)2  →  Ba2+  +  2 OH-

1 mol Ba(OH)2   :  2 mol OH  
         [Ba(OH)2]  :  [OH
          0,0045 M  :  0,0090 M

pOH = −log [OH]                                             pH = 14,00 − 2,05     
pOH = −log 0,0090                                           pH = 11,95 (2 cijfers achter komma)
pOH = 2,05
                
       

Slide 16 - Slide

Bereken de [OH-] als je de pH weet
[OH-] = 10-pOH

Als je de pH weet doe je eerst: 14 - pH = pOH
En dan 10-pOH

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 3

Slide 18 - Slide

Voorbeeld 4

Slide 19 - Slide


A
a = 4, b= 4, c = 3
B
a = 2, b = 2, c = 2
C
a = 2, b = 1, c = 2
D
a = 2, b = 3, c = 1

Slide 20 - Quiz

Bereken eerst de pOH en vervolgens de [OH−]
van kaliloog met pH 9,80.

Slide 21 - Open question

Toetsniveau:
Bereken hoeveel g natriumhydroxide is opgelost
in 125 mL natronloog met een pH 10,30.
Geef je antwoord in het juiste aantal significantie cijfers.

Slide 22 - Open question