Herhaling H1

Nakijken oefentoets
Wat: nakijken oefentoets blz. 29
Waar: antwoorden in teams.
tijd: 7 minuten
klaar? ga de begrippen van H1 leren
Wie: zelfstandig in stilte. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nakijken oefentoets
Wat: nakijken oefentoets blz. 29
Waar: antwoorden in teams.
tijd: 7 minuten
klaar? ga de begrippen van H1 leren
Wie: zelfstandig in stilte. 

Slide 1 - Slide

Herhaling H1
Wat pak je voor je neus
- Blaadje
- Pen
- Rekenmachine

Slide 2 - Slide

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 3 - Drag question

je schrijft met een zwarte pen. Deze gaat na 2 maanden op. Dit is een .......
A
gebruiksgoed
B
Verbruiksgoed

Slide 4 - Quiz

Schrijf de volgende getallen op de economisch juiste manier:
2 euro / 415,75 / 2 miljoen

Slide 5 - Open question

Wat is geen zelfvoorziening?
A
Het kopen van een frikandel broodje
B
Het bakken van een taart
C
Je fiets repareren.
D
Groente verbouwen in je tuin

Slide 6 - Quiz

Bereken de gemiddelde prijs van de volgende bedragen:
2,75 / 1,12 / 2x 4,60 / 17,30
A
6,10
B
6,05
C
6,07
D
6,08

Slide 7 - Quiz

Sociale beïnvloeding 
Commerciële beïnvloeding 

Slide 8 - Drag question

je gaat een nieuwe winterjas kopen. Deze kost 189,50 in de winkel. Je krijgt 33% korting. Bereken de korting
A
62,54
B
60,50
C
65,25
D
61,35

Slide 9 - Quiz

Consumtenorganisatie
Vergelijkend warenonderzoek
Consumentenbond
Deze organisatie steunt de consument
Een test die een consumentenorganisatie
doet
Een voorbeeld van een consumentenorganisatie

Slide 10 - Drag question

wat is een deugdelijk product
A
die koop je in de winkel
B
niet gaat nooit kapot
C
die voldoet aan de algemene verwachting van een product
D
daar heb je garantie op en mag je altijd terugbrengen naar de winkel ook al doet ie het nog

Slide 11 - Quiz

je krijgt 45 euro zakgeld per maand. Hoeveel is dit per week?
A
11,-
B
10,38
C
12,75
D
9,80

Slide 12 - Quiz

Wat is een begroting?
A
het geld dat je maandelijks spaart
B
het geld dat je maandelijks te besteden hebt
C
een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven

Slide 13 - Quiz

je gaat een scooter kopen voor 1.500. Je hebt al 300 gespaard. over 24 maanden koop je het. Hoeveel moet je per maand reserveren?
A
40
B
60
C
50
D
45

Slide 14 - Quiz

vaste lasten


dagelijkse uitgaven


incidentele uitgaven

Slide 15 - Drag question