16 april

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken opdr. 43 t/m 47.
  • Hoofdstuk 15. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken opdr. 43 t/m 47.
  • Hoofdstuk 15. 

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Slide

Hulpboek blz. 126
Ergon 24. 


Slide 5 - Slide

Ergon 

Slide 6 - Slide

Een houten paard


Taalboek blz. 62-63. 
Hulpboek blz. 55-56. 
Opdrachten 43 t/m 47

Slide 7 - Slide

Opdracht 43
  • 1.r.3 ἔβαινον[ε voor de stam]
  • 2.r.8 ἤθελον[verlenging van stam ε naar η]
  • 3.r.12 ἦγον[verlenging van stam α naar η]
  • 4.r.22 ἐπέπεσον[ε achter voorvoegsel en voor stam + wegvallen -ι bij voorvoegsel]
  • 5.r.23 περιέπλεκον [ε achter voorvoegsel en voor stam]

Slide 8 - Slide

Opdracht 44
  • a infinitivus: r.8 διαφθείρειν
  • b imperativus: twee uit: r.15 νομίζετε; r.17 (Μὴ) πιστεύετε; r.17 γιγνώσκετε
  • c vocativus: r.15 ἄφρονες

Slide 9 - Slide

Opdracht 45
  • a 1 ὁ δὲ Λαοκόων, ὁ τοῦ Ποσειδῶνος ἱερεύς
  • 2 τῶν υἱῶν
  • 3 δύο δράκοντες ἐκ τῆς θαλάττης
  • b 1 Laokoon, de priester van Poseidon
  • 2 (van) de zonen
  • 3 Twee slangen uit de zee
  • c r.22-24 Πρῶτον μὲν τοῖς τέκνοις τὰ μακρὰ σώματα περιέπλεκον, ἔπειτα δὲ καὶ τὸν πατέρα εἷλον.

Slide 10 - Slide

Opdracht 46
  • a r.20 Ἐξαίφνης; r.21 Αὐτίκα; r.22 Πρῶτον μὲν; r.23 ἔπειτα δὲ
  • b aoristus
  • c Eigen verwerking.

Slide 11 - Slide

Opdracht 47
  • a De Trojanen beschouwden hun dood als een straf van de goden en brachten uit angst het paard zo snel mogelijk naar Troje; ze begrepen namelijk het gevaar niet.
  • b De imperfecta ἐνόμιζον en ἐγίγνωσκον geven aan dat de situatie voortduurt en nog niet is afgerond. De Trojanen weten nog steeds niet beter op dit moment in het verhaal. De aoristus ἤγαγον geeft een afgerond proces aan. De Trojanen brengen daadwerkelijk het paard de stad in.

Slide 12 - Slide

Opdracht 

Slide 13 - Slide

Hulpboek blz. 117
Erga 8, 9, 10.


Slide 14 - Slide

Ergon 

Slide 15 - Slide

Ergon 1

Slide 16 - Slide

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 14.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 150.
  • Lees Tekstboek blz. 64 en 65. 
  • Maak Hulpboek blz. 58, opdr. 49 t/m 53.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 17 - Slide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 18 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 19 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 20 - Open question