20240916 Leesvaardigheid

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nederlands klas 4

Slide 2 - Slide

Doel deze les:
Doel: - Ik weet hoe ik vragen van een examen aan moet pakken
  - Ik ben aan het werk voor het examen!

Slide 3 - Slide

Leesvaardigheid
  • indeling tekst.
  • onderwerp,deelonderwerp
  • hoofdgedachte
  • alinea


Slide 4 - Slide

Belangrijkste vragen tijdens het examen
  • Wat is het onderwerp?
  • Wat is de hoofdgedachte
  • Wat zijn de deelonderwerpen
  • Wat is de conclusie


Slide 5 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte?

Slide 9 - Open question

Wat ga je doen nadat je de inleiding hebt gelezen?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst
B
Het onderwerp van een alinea
C
aspecten van het onderwerp

Slide 12 - Quiz

Om het onderwerp van een tekst te vinden, stel je de vraag:
A
Wat vindt de schrijver van de tekst?
B
Waar gaat deze tekst over?
C
Wat vind ik van de tekst?

Slide 13 - Quiz

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.

Slide 14 - Quiz

De introductie van het onderwerp vind je in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 15 - Quiz

Een samenvatting van het onderwerp kun je vinden in:
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding en slot
C
Middenstuk en Slot
D
Inleiding, middenstuk en slot

Slide 16 - Quiz

Deelonderwerpen vind je in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 17 - Quiz

Een antwoord op een vraag vind je in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 18 - Quiz

De kern van de tekst vind je in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 19 - Quiz

Het probleem van de tekst vind je in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 20 - Quiz

De conclusie van een tekst vind je in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Uit welke 4 onderdelen bestaat een tekst?

Slide 23 - Open question

Dit deel kan aangeven waar de tekst over gaat...maar kan ook nieuwsgierig maken
A
titel
B
kernzin
C
onderwerp
D
alinea

Slide 24 - Quiz

Welke zin is meestal de kernzin van een alinea?
A
de eerste zin
B
de laatste zin
C
de eerste of de laatste zin
D
het tussenkopje

Slide 25 - Quiz

Meerkeuzevragen

Stap 1: Lees eerst alleen de vraag.
Stap 2: Lees nog een keer het tekstgedeelte.
Stap 3: Zoek in de tekst zelf het antwoord op de vraag.
Stap 4: Vergelijk jouw antwoord met de antwoorden bij de vraag.
Streep de antwoorden weg die niet goed zijn. Kies het beste antwoord.

Slide 26 - Slide

Open vragen
Leg uit / Verklaar: geef een uitleg in je eigen woorden. Schrijf dus geen zinnen uit de tekst over.
Noem twee ... / Welke twee ...: schrijf dan twee dingen op. Niet meer, alleen de eerste twee worden nagekeken.
Citeer een zin: schrijf de eerste twee woorden van een zin op en de laatste twee woorden. Daartussen gebruik je drie punten.
Zet het regelnummer tussen haakjes. "Het is ... tekst over." (r.23)

Slide 27 - Slide

Examen verder maken

Slide 28 - Slide

Doel deze les:
Doel: - Ik weet hoe ik vragen van een examen aan moet pakken
  - Ik ben aan het werk voor het examen!

Slide 29 - Slide