- 10 minuten lesen/hören auf www.zdf.de/kinder/logo oder www.wdrmaus.de oder www.dw.com
- Hausaufgaben besprechung
- Erklärung Grammatik
Slide 2 - Slide
Lernziele
- je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken
Slide 3 - Slide
Erstmal lesen/hören
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Arbeitsbuch auf Seite 112
- Aufgabe 16 Fragen zum Text beantworten (de tekst staat op blz 111, Tierische Rekorde)
- Aufgabe 17 Landeskunde
Slide 5 - Slide
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd (Präsens)
- Worden volgens een vast schema vervoegd!
- hiervoor bestaat een ezelsbruggetje
Ze zijn niet moeilijk!
Slide 6 - Slide
Wat is een zwak werkwoord?
Ze krijgen geen klinkerverandering in de verleden tijd.
zijn vrijwel hetzelfde als in het Nederlands
Slide 7 - Slide
Hoe krijg je de stam van het woord?
de stam van het werkwoord vind je door-en van het werkwoord af te halen.
als de stam eindigt op een sisklank
Slide 8 - Slide
Voorbeeld!
machen
ich mache ihr macht
du machst Sie/sie machen
er/sie/es macht
wir machen
De uitgang de je moet gebruiken is E - ST - T - EN - T - EN
Slide 9 - Slide
Ezelsbruggetje
de uitgang die je achter het werkwoord zet vormen het woord
esttenten. Zet er fe voor en je hebt het
woord feesttenten
Slide 10 - Slide
Uitzonderingen!!!
Natuurlijk zijn er uitzonderingen
Als de stam eindigt op een sisklank (s - ss - ß - x of z) is de uitgang bij du een -t in plaats van -st
du reist, du grüßt, du benutzt
Slide 11 - Slide
Samenvattend
Stam van het werkwoord --> en er af halen
gebruik de juiste uitgangen
Kijk welk persoonlijk voornaamwoord in de zin staat.
Staat er geen persoonlijk voornaamwoord in de zin, kijk dan waar het op slaat in de zin
Slide 12 - Slide
selbstarbeit
Probeer nu zelf de goede uitgangen te gebruiken op het blaadje dat je van mij hebt gekregen. Gebruik de uitleg in het boek op blz 114. Je overlegt niet met elkaar, je gaat het zelf proberen!
Slide 13 - Slide
Lernziele erreicht?????????
Na deze les ken je de regels voor het vervoegen van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd?