Thema 3 - les 3

Thema 3
Familie en vrienden - dag 3
Ik leer Nederlandse ...
  • woorden
  • zinnen

Ik: 
  • kijk en lees
  • luister en spreek
  • schrijf op

Ik kan:
  • luisteren, spreken, lezen en schrijven
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ISKMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 3
Familie en vrienden - dag 3
Ik leer Nederlandse ...
  • woorden
  • zinnen

Ik: 
  • kijk en lees
  • luister en spreek
  • schrijf op

Ik kan:
  • luisteren, spreken, lezen en schrijven

Slide 1 - Slide

Tip: zet devices tijdens de les uit.
Herhaling woorden dag 2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het woordenschrift
  • Je leert 12 woorden (beter) kennen.

  • Je gaat in het woordenschrift schrijven.

  • Schrijft de vertaling erbij als dat kan.

  • Schrijf een korte zin als dat kan.
herhaling / (t)huiswerkopdracht: Typ het woord.
Tik op de hotspot en toon de schrijfwijze van het woord.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de klasgenoot
  • Meervoud (2+): de klasgenoten






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de collega
  • Meervoud (2+): de collega's






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de baas
  • Meervoud (2+): de bazen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de buur
  • Meervoud (2+): de buren






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de buurvrouw
  • Meervoud (2+): de buurvrouwen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): het team
  • Meervoud (2+): de teams






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de baby
  • Meervoud (2+): de babies






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de peuter
  • Meervoud (2+): de peuters






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de kleuter
  • Meervoud (2+): de kleuters






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): het schoolkind
  • Meervoud (2+): de schoolkinderen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de puber
  • Meervoud (2+): de pubers






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de volwassene
  • Meervoud (2+): de volwassenen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Samengevat, de woorden van dag 3 zijn:
Enkelvoud (1):
de klasgenoot
de collega
de baas
de buur
de buurvrouw / de buurman
het team
de baby
de peuter
de kleuter
het schoolkind
de puber
de volwassene
Meervoud (2+):
de klasgenoten
de collega's
de bazen
de buren
de buurvrouwen / de buurmannen
de teams
de baby's
de peuters
de kleuters
de schoolkinderen
de pubers
de volwassenen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

  1. Maak de oefeningen in het werkboekje.
  2. Zelfcontrole, is het goed geschreven?







  • Klaar? Lees in het leesboekje.
Aan het werk met de woorden
timer
30:00
Thema 3
dag 3

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Werkvorm(en):
voorzetsels:
TPR - Uitbeelden
- Wat doe ik? Wat doe jij?
- Wie ben ik? Wat ben ik? Waar ben ik? 

Korte zinnen maken (spreekoefening)
Maak met elk woord een korte zin met de zelfstandige naamwoorden van deze week. 



Probeer zoveel mogelijk verschillende zinnen te maken met elkaar. Opschrijven hoeft niet.
Als (vrijwillig) huiswerk opschrijven mag wel.
BZVNW
ik - mijn
hij - zijn
zij - haar
wij - ons/onze
jullie - jullie
zij - hun
in
achter
onder
met
Met woorden aan het werk (1)
... Wie?
1
... doet wat?
2
... de rest van de zin.
3
VNW
1
WW
2
VZ + ZNW
3
heten
gaan
lopen
maken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

woordweb
Opdracht: Typ minimaal 15 woorden die je in thema 3 hebt geleerd.
  • Stuur elk woord apart in.
  • Probeer het zoveel mogelijk uit je hoofd te doen.
timer
5:00

Slide 22 - Mind map

Zet de devices aan en laat leerlingen de woorden naar het bord sturen. Lukt dat zonder te spieken?

Ik heb woorden geleerd.

Slide 23 - Poll

This item has no instructions


Hoe leuk was de les vandaag?

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Klik tijdens de les bij deze dia op Escape, stop de LessonUp
Klik vervolgens in de bewerker op Deel met leerlingen en deel de les uit aan de klas. Laat leerlingen vervolgens met hun schoolmail inloggen bij www.lessonup.app om de DigLin+ oefeningen te kunnen maken vanuit de geselecteerde links, zoals beschreven op de DigLin+ slide.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

  1. Ga naar www.nt2school.nl en log in bij DigLin+.
  2. Kom terug naar LessonUp.
  3. Klik op onderstaande links om te oefenen.
Lezen

  1. Lezen 1
  2. Kies een tekst.
  3. Lees en luister.
  4. Maak oefeningen.
  5. Vul het evaluatieblad in.

z - s

Slide 26 - Slide

Oren in de knoop: z - s
218 - Variaties Wat hoor je?
214 - Spellingsketting