Feit of mening? Ontdek hoe je het verschil kunt herkennen!

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Feit of mening? Ontdek hoe je het verschil kunt herkennen!

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een onderwerp en hoofdgedachte zijn. Je kunt de verschillende tekstdoelen noemen en het verschil tussen feit en mening uitleggen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren. Dit geeft hen een duidelijk doel om naar te streven.

Wat weet je al over onderwerp, hoofdgedachte, tekstdoelen, feit en mening?

Onderwerp

Het onderwerp gaat over waar de tekst over gaat. Het is belangrijk om het onderwerp te begrijpen voordat je de hoofdgedachte kunt bepalen.

Leg uit wat het onderwerp van een tekst is en waarom het belangrijk is om het te begrijpen.

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte is het belangrijkste idee van de tekst. Het geeft antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over?

Leg uit wat de hoofdgedachte van een tekst is en hoe het zich verhoudt tot het onderwerp.

Tekstdoelen

Er zijn verschillende tekstdoelen, zoals informeren, overtuigen, amuseren en instrueren. Het doel van de tekst bepaalt hoe de tekst is geschreven.

Beschrijf de verschillende tekstdoelen en geef voorbeelden van elk.

Feiten

Een feit is iets dat waar is en kan worden bewezen. Het is gebaseerd op objectieve informatie en kan worden gecontroleerd.

Geef voorbeelden van feiten en hoe ze kunnen worden gecontroleerd.

Meningen

Een mening is een persoonlijke overtuiging of gevoel over iets. Het kan niet worden bewezen en is gebaseerd op subjectieve informatie.

Beschrijf het verschil tussen feiten en meningen en geef voorbeelden van elk.

Oefenen

Laten we oefenen! Lees deze zin: 'De aarde is plat.' Is dit een feit of een mening?

Laat de leerlingen in groepen of individueel oefenen met het onderscheiden van feiten en meningen.

Samenvatting

We hebben geleerd wat een onderwerp en hoofdgedachte zijn, de verschillende tekstdoelen, en hoe je het verschil tussen feit en mening kunt herkennen. Goed gedaan!

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de leerlingen aan om vragen te stellen als er iets onduidelijk is.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.