What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wanneer Als en wanneer Dan
Verwijswoorden
ALS
&
DAN
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verwijswoorden
ALS
&
DAN
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
als - dan
als
zo, even, hetzelfde, dezelfde
dan
vergelijking: groter, langer, mooier, viezer, leuker enz.
Slide 3 - Slide
Finland is een stuk groter ....... Nederland.
A
als
B
dan
Slide 4 - Quiz
We waren nauwelijks langer ...... tien minuten binnen!
A
als
B
dan
Slide 5 - Quiz
Suriname is toch vier keer zo groot ....... Nederland?
A
als
B
dan
Slide 6 - Quiz
Ach, meer ............ je best kan je niet doen.
A
als
B
dan
Slide 7 - Quiz
Janne wil veel liever met haar handen werken ......... met haar neus in de boeken zitten.
A
als
B
dan
Slide 8 - Quiz
Nu Nederlands
Nieuwe opdrachten in NuNederlands. Start met ....
Slide 9 - Slide
Verwijswoorden
die of dat
dit of deze
dat of wat
Waar verwijs je naar?
Slide 10 - Slide
die of dat
die jongen (de-woord)
dat meisje (het-woord)
Slide 11 - Slide
dit of deze
deze jongen (de-woord)
dit meisje (het-woord)
Slide 12 - Slide
wat
‘Wat’ gebruik je:
bij een overtreffende trap;
wanneer je terugverwijst naar de hele zin;
wanneer je verwijst naar een onbepaald voornaamwoord.
Slide 13 - Slide
wat
Het mooiste
wat ik ooit gezien heb.
(overtreffende trap)
Rick heeft de wedstrijd verloren
, wat hij heel vervelend vindt.
(terugverwijzing)
Alles
wat net gebeurd is, zou niet mogen gebeuren.
(onbepaald voornaamwoord)
Slide 14 - Slide
Een weekend ... zo goed begint, kan vast niet meer stuk!
A
die
B
dat
C
dit
D
deze
Slide 15 - Quiz
Het standpunt waarmee ik het niet eens was, was ... over ontwikkelingssamenwerking.
A
die
B
dat
C
dit
D
deze
Slide 16 - Quiz
Kun jij de zin ontcijferen ... Ruud bovenaan deze pagina heeft gekrabbeld?
A
die
B
dat
C
dit
D
deze
Slide 17 - Quiz
Jeroen ging zomaar een uur eerder weg, .... zijn baas niet leuk vond.
A
die
B
dat
C
wat
D
deze
Slide 18 - Quiz
Een ziekte ... niet onderschat mag worden, is de ziekte van Pfeiffer.
A
die
B
dat
C
wat
D
deze
Slide 19 - Quiz
Slaapdronken stapte hij in zijn boxershort naar buiten, ... zijn buren nogal verbaasde.
A
die
B
dat
C
wat
D
deze
Slide 20 - Quiz
De hond ... daar loopt, heet Iza.
A
die
B
dat
C
wie
D
deze
Slide 21 - Quiz
De man .... het lot gekocht had.
Ik kocht gister een konijnenhok, .... een goed idee bleek te zijn.
Een weekend .... zo goed begint, kan niet meer stuk.
die
dat
dit
wat
Slide 22 - Drag question
In deze les
Uitleg en oefeningen met als/dan
Uitleg en oefeningen met verwijswoorden: die/dit, dat/deze
Actieve werkvorm
2 opdrachten op papier
Slide 23 - Slide
Actieve werkvorm
In tweetallen, 8 minuten spelen.
Bouw een zo hoog mogelijke toren.
Om beurten krijg je een vraag.
Goed?
Leg een blokje.
Fout?
Haal een blokje weg.
Stort de toren in door jouw toedoen? Begin opnieuw.
timer
8:00
Slide 24 - Slide
In deze les
Uitleg en oefeningen met als/dan
Uitleg en oefeningen met verwijswoorden: die/dit, dat/deze
Actieve werkvorm
2 opdrachten op papier
Slide 25 - Slide
2 opdrachten op papier
Maak de opdrachten op papier.
We kijken samen na.
Slide 26 - Slide
Opdracht 1
1. als 6. dan
2. dan 7. als
3. dan 8. dan
4. als 9. als
5. als 10. als
Slide 27 - Slide
Opdracht 2
1. dit 6. die
2. dat 7. die
3. dat 8. deze
4. dat 9. dit
5. dit 10. dat
Slide 28 - Slide
In deze les
Uitleg en oefeningen met als/dan
Uitleg en oefeningen met verwijswoorden: die/dit, dat/deze
Actieve werkvorm
2 opdrachten op papier
Slide 29 - Slide
In deze les
Klaar voor vandaag!
Tot de volgende les.
Slide 30 - Slide
More lessons like this
MSR fase 1, periode 4, les 4, als/dan, verwijswoorden
29 days ago
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
MSR fase 1, periode 4, les 3, werkwoordspelling verleden tijd
May 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
formulerenhavodrie
February 2019
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
240229 formuleren §1-4 herhalen + formuleren §5+6
February 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
1.4 Verwijswoorden die, dit en wat
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Zaterdag 13 april 2024 - Cursus 6 Formuleren par. 3 en 4 verwijswoorden
April 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Fase 2, periode 3 les 1 zij-hun-hen, verwijswoorden, jou/jouw, mij/mijn STARTER en GEVORDERD
February 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Informatie uit tekst halen + verwijswoorden (T12 L4, T13 L5)
September 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Secundair onderwijs