Periode 2, les 1 SMART-doelen

Nederlands
periode 2 | les 1
uitleg periode 2
SMART-doelen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands
periode 2 | les 1
uitleg periode 2
SMART-doelen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Studiepunten
  • Opdrachten af in Motile
  • Werkhouding en inzet 

Slide 3 - Slide

Werkhouding en inzet
  • Geen boek mee = niet welkom, na 45 minuten wel
  • Te laat = niet welkom, na 45 minuten wel
  • Grijs gebied = telefoon in telefoontas, boek en laptop op tafel, stil
  • Lezen = lezen
  • Uitleg = stil
  • Werkmoment = werken
  • Oefening = meedoen
  • Eten = doen we niet

Slide 4 - Slide

In deze les
  • Inhoud periode 2 
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie en inoefening
  • Werken in Motile 

Slide 5 - Slide

Inhoud periode 2
  • SMART-doelen formuleren
  • Lesvoorbereidingsformulier invullen
  • Instructies schrijven
  • Werken aan eigen doelen voor examens met behulp van uitslag nulmeting

Slide 6 - Slide

Werken aan eigen doelen
  • Uitslag nulmeting
  • Eigen opdrachten in Motile
  • Rood = niveau 1F of lager -> oefening op 2F
  • Oranje = niveau 2F -> oefening op 3F
  • Groen = niveau 3F of hoger -> geen extra oefening

Slide 7 - Slide

1A

Slide 8 - Slide

1C

Slide 9 - Slide

1D

Slide 10 - Slide

1F

Slide 11 - Slide

Motile
  • 5 minuten in je eigen Motile kijken wat je gaat maken deze periode. 
  • Laat LessonUp open staan. 

Slide 12 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les....
  • weet je wat er van je verwacht wordt deze periode.
  • weet je wat een SMART-doel is.
  • kan je een eigen SMART-doel maken in je lesvoorbereidingsformulier en bij andere vakken. 

Slide 13 - Slide

In deze les
  • Doelen periode 2 
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie en inoefening SMART-doelen
  • Werken in Motile 

Slide 14 - Slide

Instructie
Taalvaardigheden
  • Kaart kunnen lezen + begrijpen
  • Voor een groep kunnen staan en praten​
  • Uitleg/ instructie geven​
  • Motiveren, aanmoedigen, overtuigen​
  • Lesvoorbereidingsformulier invullen 


Slide 15 - Slide

Leesvaardigheid
Spreekvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Kaart begrijpen
Voor een groep kunnen staan en praten​
Uitleg/ instructie geven
Motiveren, aanmoedigen, overtuigen​
Lesvoorbereidings-formulier invullen

Slide 16 - Drag question

Het model van Van Gelder
Het model geeft het lesgeefproces weer​.


Het model kent vier onderdelen: ​
  • De beginsituatie​
  • De doelstelling​
  • De les of training​
  • De evaluatie





Slide 17 - Slide

Beginsituatie
Alles wat van invloed kan zijn (positief/negatief) op het behalen van de leerdoelen. 

1. Wat kunnen de deelnemers al?
2. Wat vinden ze nog lastig?

Slide 18 - Slide

Doelstelling
S - pecifiek                    duidelijk en concreet
M - eetbaar                    voortgang kunnen volgen
A - cceptabel                is het haalbaar?
R - ealistisch                 betekenisvol en belangrijk voor jou of het grotere doel 
T - ijdgebonden           deadline  

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Les of training
  • Lesopbouw
  • Organisatie
  • Bewegingsvormen
  • Didactische werkvormen 

Slide 21 - Slide

Evaluatie
  • Toets, test of observatie
  • Nadenken: zijn de doelen behaald?
  • Nieuwe beginsituatie en dus nieuwe leerdoelen volgende les.  

Slide 22 - Slide

Beginsituatie
Doelstelling
Les / training
Evaluatie

Slide 23 - Drag question

Waar staat de letter S voor in
SMART-doelen?
A
Speciaal
B
Spiritueel
C
Specifiek
D
Super

Slide 24 - Quiz

Waar staat de letter M voor in
SMART-doelen?
A
Materiaal
B
Meetbaar
C
Multifunctioneel
D
Maatwerk

Slide 25 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'realistisch' in het SMART-doel?
A
Dat het doel altijd makkelijk te bereiken moet zijn, zonder enige uitdaging.
B
Dat het doel altijd hetzelfde moet zijn voor iedereen, ongeacht de omstandigheden.
C
Dat het doel gebaseerd moet zijn op wat anderen succesvol hebben gedaan, ongeacht je eigen situatie.
D
Dat het doel haalbaar is binnen de beschikbare middelen, tijd en vaardigheden, en niet te ambitieus of onbereikbaar is.

Slide 26 - Quiz

In welk doel is de T van SMART verwerkt?
A
Ik wil mijn verkoopcijfers verhogen door nieuwe klanten te werven.
B
Ik wil een gezondere levensstijl aannemen door meer groenten te eten en elke dag te bewegen.
C
Ik wil mijn verkoopcijfers met 15% verhogen in de komende zes maanden door elke week drie nieuwe klanten te werven.
D
Ik wil mijn communicatievaardigheden verbeteren door wekelijks feedback te vragen van collega's.

Slide 27 - Quiz

Herschrijf onderstaand doel waarbij de A van acceptabel beter past:

Ik wil de komende maand 10 kilo afvallen door elke dag intensief te trainen en een strikt dieet te volgen.

Slide 28 - Open question

SMART
niet SMART
Na deze les kent de leerling de vlinderslag.
Na deze les kent de leerling de schoolslagbeweging en kan hij deze toepassen op het droge.​
Na deze les voert de leerling de schoolslag perfect uit in diep water.​

Slide 29 - Drag question

Hoe pak je dit aan met je leskaart LLG?​
  • Begin je doel met “Aan het einde van mijn les.....” of "Na deze les..."

  • Ga dan verder met een doe- of meet-woord: maak, kan, ken, heb inzicht in, begrijp, pas toe, weet, etc.​

  • Beschrijf hierna SMART in concrete (duidelijke) woorden en in meetbare termen wat je doel is om te leren: je doel of vaardigheid.​






Slide 30 - Slide

Geef een voorbeeld van een SMART-doel voor jou in deze les.

Slide 31 - Open question

Lesdoelen
Aan het eind van deze les....
  • weet je wat er van je verwacht wordt deze periode.
  • weet je wat een SMART-doel is.
  • kan je een eigen SMART-doel maken in je lesvoorbereidingsformulier.

Slide 32 - Slide

Wat is voor jou van toepassing?
Ik heb de gestelde lesdoelen behaald.
Ik denk dat ik het begin te snappen, met een beetje oefening kom ik er wel.
Ik denk dat ik het begin te snappen, maar zou het fijn vinden als ik nog wat hulp kan krijgen.
Ik vind het allemaal nog vrij vaag, ik heb meer oefening en hulp nodig.
Ik snap er niks van: help!

Slide 33 - Poll

In deze les
  • Doelen periode 2 
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie en inoefening
  • Werken in Motile 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Motile
  • Maak in Motile "Lesdoelen SMART-formuleren"
  • Klaar = gaan 

Slide 37 - Slide