De docent geeft een stelling of opdracht waarop meerdere antwoorden mogelijk
zijn. De leerlingen krijgen bedenktijd en kunnen hun argumenten of antwoorden
opschrijven.
Vervolgens gaan alle leerlingen staan. Er wordt een willekeurige leerling
aangewezen die zijn argumenten of antwoord weergeeft. Hij gaat daarna zitten.
Ook de leerlingen die ongeveer dezelfde mening, argumenten of antwoord hebben
gaan zitten.
Van degene die blijven staan wijst de docent weer iemand aan en het proces
herhaalt zich. Dit gaat door totdat iedereen zit.
Evalueer het geheel.