Lezen H1 het streek

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-5

Welkom bij Nederlands!

START:

Pak je boek, schrift & pen. Berg je mobieltje op.

Als of DAN?  

2 havo

Week 35

tkd

LessonUp

Registreer je bij LessonUp  

• https://student.lessonup.io/
  


• Voeg klascode toe (h2a edfmg)h2q ynngb
• registreren

onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte

Nakijken

Wat is de hoofd-
gedachte
van deze tekst?

1. Om half twaalf gaan alle gevangenen terug naar hun cel.
2. Iedereen van zijn werkzaal begint op dat moment en ze werken door tot half twaalf.
3. Het programma van Ad begint om half acht. Dan staat hij op en eet hij een boterham.
4. Niet alle gevangenen hebben hetzelfde dagprogramma.

Wat is de hoofd-
gedachte
van de tekst?

1. Eerst was er de Atari VCS, tien jaar later de NES en nog iets later het SMS.
2. De controller is een horizontaal stuk plastic met daarop een kruisvormige richtingstoets en twee knoppen onder je duim, om bijvoorbeeld mee te springen of te schieten.
3. In 1977 kwam de eerste echte spelcomputer op de markt: de Atari VCS
4. Het SMS had echter niet hetzelfde succes als de NES. Dit lag vooral aan de games.

Wat is de hoofd-
gedachte?

1. Het inkapselen is dus eigenlijk een beschermingstruc van je lichaam, maar wordt door tatoeëerders slim gebruikt om de inkt voor altijd op z'n plek te houden.
2. En dat is nou net de truc: de huid wordt gewoon ververst, maar de ingekapselde inkt blijft voor altijd en eeuwig zitten.
3. De huid schrikt van de tatoeage-inkt, omdat het een onbekende stof is.
4. Als je met een pen op je arm tekent, verdwijnt de tekening na een tijdje. Dat komt doordat de inkt samen met de dode huidellen van je lichaam valt.

Lees tekst 3 oriënterend. 

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is de bron van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is de bron van de tekst?

Lees tekst 3 globaal. Eerder klaar? Begin alvast met de sleepopdracht op de volgende slide.

Aan de slag!

Evaluatieopdracht: 

Kies minimaal één van de onderstaande opdrachten.

- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt. 

- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.

- Schrijf één ding op waarbij je een ander hebt geholpen

Huiswerk

M. opdracht 3 en 4, 

blz. 9 t/m 12