PV en OW in samengestelde zinnen
Persoonsvorm: Zet de zin in een andere tijd. Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. De werkwoorden die veranderen, zijn persoonsvormen.
Bijvoorbeeld:
– Yilmaz bewaart alle leuke mails, zodat hij die later nog eens door kan lezen.
– Yilmaz bewaarde alle leuke mails, zodat hij die later nog eens door kon lezen.