§2.1 Naar een ander soort leven

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2: 

Naar een industriële samenleving

§2.1 Naar een ander soort leven deel 2

Lesplanning 

Blz 49 (basis)

Uitleg/herhaling van §2.1 'Naar een ander soort leven'

Maak van §2.1 vraag 6 t/m 9 + herhaling

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelen van deze les

1. Vertellen wat een Industriële samenleving is.
2. Benoem wat een constitutionele monarchie is.
3. Wat heeft Van Houten voor jullie betekend?

Koninkrijk der Nederlanden

- 1815: koning Willem I werd staatshoofd. 

- Nederland en België werd één land. 

Nieuwe grondwet 1848

• Koning Willem II wordt koning (1840)
  
• Burgers kregen meer vrijheden en het parlement kreeg meer te zeggen. 
• De koning mocht zich niet meer bemoeien met de politiek. 

Werkomstandigheden(1)

Werkomstandigheden

• In de fabriekshallen was het donker en er was weinig frisse lucht 
• Lange werkdagen, 6 dagen in de week
• Gevaarlijk werk: weinig oog voor veiligheid.
• Ziek? Geen geld...
• Geen uitkering zoals tegenwoordig

 Woonomstandigheden

Woonomstandigheden tijdens de industriële samenleving:

• Woningen waren donker en piepkleine, dicht op elkaar gebouwd.
• Slechte hygiëne: afval en uitwerpselen kwamen in beerputten terecht of in rivieren/ kanalen.
• Geen schoondrinkwater.
• Slecht en eenzijdig voedsel.

 Woonomstandigheden

Wat was het gevolg van slechte hygiëne?

De Sociale Kwestie

Een kwestie is een probleem

1. Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

2. Armoede probleem

Wat richtten ontevreden arbeiders op met werkgevers te onderhandelen?

Kinderwetje van Houten

1874, kinderen onder 12 jaar niet werken. Na 1900 verplicht naar school.

Wie was het staatshoofd in 1815?

1. Willem I
2. Willem II
3. Leopold
4. Willem van Oranje

Wat is een constitutionele monarchie?

1. Een land met een koning
2. Een land met een grondwet
3. Een land met een gekozen president
4. Een land met een koning en een grondwet

Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?

1. Nederland en Duitsland
2. Nederland en Friesland
3. Nederland en België
4. Nederland, België en Luxemburg

Aan het werk

Wat: lees en maak van §2.1 vraag 6 t/m 9 (OM & OM) + herhaling.

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: In quizlet begrippen noteren.

Tijd: timer

Lesdoelencheck

1. Vertellen wat een Industriële samenleving is.
2. Benoem kenmerken van de woonomstandigheden tijdens deze tijd.
3. Wat heeft Van Houten voor jullie betekend?

Wat heb je geleerd deze les?

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃