Les 3. X-chromosomale kruisingen en stambomen

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

Slide 1 - Slide

kroonbladeren van een plant met 3 eigenschappen: breedte, kleur, insnijding
P = smal, wit en niet ingesneden x breed, rood , diep ingesneden
F1 = 100% ovaal, roze en ondiep ingesneden

Van welk percentage van de F2 kan met zekerheid het genotype voor alle betrokken kenmerken worden vastgesteld?
A
100
B
75
C
50
D
6.25

Slide 2 - Quiz

AABbCcddEe gekruist met
aaBbCCDdee bereken de kans op
AaBBccDdee

Slide 3 - Open question

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?







Mensen die dit niet kunnen lezen hebben last van rood-groen kleurenblindheid. Bij 1 op de 12 mannenkomt dit voor. Bij 1 op de 250 vrouwen komt dit voor.
Wat is hier aan de hand?

Slide 4 - Slide

Doelstellingen
  • Je weet hoe geslacht bepaald wordt bij zoogdieren
  • Je kunt het stappenplan voor kruisingsvraagstukken toepassen bij eigenschappen die op het X-chromosoom liggen
  • Je kunt uit een stamboom afleiden of eigenschappen X-chromosomaal kunnen overerven.

Slide 5 - Slide

Karyogram

Slide 6 - Slide

Het gen voor een autosomale eigenschap kan liggen op:
A
Het X-chromosoom
B
Het Y-chromosoom
C
Chromosoom 1
D
Elk van chromosoom 1 t/m 22

Slide 7 - Quiz

Krijgt een jongen het X-chromosoom van zijn vader of moeder?
En van wie heeft hij het Y-chromosoom gekregen?
A
Het X-chromosoom kan alleen van zijn moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
B
Het X-chromosoom kan alleen van zijn vader komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.
C
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
D
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.

Slide 8 - Quiz

Notatie
XA / Xa / Y-   dominant/recessief
Xw /XR  / Y-   codominant/intermediair (wit en rode kleur b.v.)






Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kleurenzien/kleurenblind is een eigenschap die bepaald wordt door een gen op het X-chromosoom. Kleurenblind (k) is recessief.

Twee ouders die kleurenziend zijn, krijgen een kleurenblinde zoon.
Van welke ouder heeft hij deze eigenschap?
A
alleen de vader
B
alleen de moeder
C
van allebei
D
één van beiden

Slide 11 - Quiz

De eigenschap voor gele of zwarte vachtkleur ligt bij katten op het X-chromosoom. De kleur wordt bepaald door 1 gen. Hierdoor bestaan er zwarte, gele en geelbruine katten.
Een geelbruine poes wordt gekruist met een zwarte kater

-Bereken/beredeneer de kans op een zwarte zoon?
-Bereken/beredeneer de kans op een gele dochter?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

STAMBOMEN (HH)
Schrijf als het mogelijk is altijd in de stamboom!

1) Wat is dominant, wat is recessief -> volgende dia
2) Noteer in de stamboom welke individuen homozygoot recessief zijn
3) Bepaal welke individuen heterozygoot moeten zijn
4) Welke individuen homozygoot dominant zijn is niet altijd vast te stellen

Intermediair/Codominant is makkelijker :)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Oefenen (HH)
Maak op de volgende slide stambomen 2, 3, 4 en hanekam. 

Klaar? Ga bezig met Joost de Guppykweker opdracht 4 (=huiswerk)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Kan deze eigenschap haarkleur ook X-chromosomaal overerven? Leg uit.
A
ja; de moeder is heterozygoot (XA Xa)
B
ja; beide ouders zijn heterozygoot
C
nee; de vader heeft XA Y-; dus de dochters hebben altijd XA
D
nee; de vader heeft XA Y-; dus de dochters hebben altijd Y-

Slide 18 - Quiz

Is uit de stamboom af te leiden of dit allel autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
C. Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 19 - Quiz

Ik snap nu X-chromosomale kruisingen
A
Ja, ik maak alleen Joost 4
B
Gedeeltelijk, ik maak Joost 4 en de oefenopgaven
C
Nee, ik kom in KWT oefenen en vragen stellen

Slide 20 - Quiz

OEFENEN
  1. Joost de guppykweker opdracht 4 (iedereen)
  2. basis theorie en opgaven X-chromosomaal (extra / kwt)
  3. 10vb: oefenvragen bij theorie 7.6 (extra/kwt)

Slide 21 - Slide