,

Economie H6.4 Komt de overheid rond

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vorige les: hoofdstuk 6:
6.3. Waar doet de overheid het van? 

Slide 6 - Slide

Soorten belastingen

- Loonbelasting
- BTW
- Accijns 
- Niet-belastingontvangsten (zoals winst of boetes)

Slide 7 - Slide

Accijns (verbruiksbelasting)
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd

Tabak
Alcohol
Benzine

Slide 8 - Slide

Subsidies
Een subsidie is een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te stimuleren.

De overheid stimuleert het verbruik van duurzame energie door:
  • Subsidie aanschaf zonneboiler of warmtepomp.
  • Op de aanschaf van zonnepanelen betaal je geen BTW.

Slide 9 - Slide

Wat moet de werknemer van zijn brutoloon betalen?
A
BTW
B
Accijns
C
Loonbelasting
D
Boetes politie

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak?
A
accijns
B
btw
C
subsidie
D
loonbelasting

Slide 11 - Quiz

De belasting die je betaalt als je iets koopt in de winkel noem je
A
Koopbelasting
B
BTW
C
Loonbelasting
D
Consumentenbelasting

Slide 12 - Quiz

Wat is een subsidie?
A
Een belasting op duurzame energie
B
Een lening voor energiebesparing
C
Een verplichte bijdrage aan het milieu
D
Een financiële bijdrage van de overheid

Slide 13 - Quiz

Huiswerk
Paragraaf 6.3. opdrachten 34 t/m 49


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht 48
Bekijk de afbeelding. Je ziet een cirkeldiagram over de opbouw van de gemiddelde benzineprijs.
Hoeveel procent accijns betaal je over een liter benzine?
Hoeveel euro belasting ontvangt de overheid van iedere 1.000 liter verkochte benzine?

Slide 17 - Slide

Opdracht 49
Bereken hoeveel procent van de prijs van een sigaret bestaat uit accijns.

Slide 18 - Slide

  • Hoe consumentenorganisaties je kunnen helpen
  • Wat een vergelijkend warenonderzoek is 
  • Dat je recht hebt op een deugdelijk product
  • Wat garantie is.

6.4 Komt de overheid rond

Slide 19 - Slide

Leerdoelen 6.4
  • Je weet wat de rijksbegroting is.
  • Je kunt miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen.
  • Je kunt uitleggen wat de miljoenennota en de rijksbegroting met elkaar te maken hebben.
  • Je weet wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.

Slide 20 - Slide

  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven in een bepaalde tijd
  • Rijksbegroting
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven van Het Rijk in een bepaald jaar
Begroting:

Slide 21 - Slide

  • Toelichting op de rijksbegroting
  • Uitleg over de gemaakte keuzes
Miljoenennota:

Slide 22 - Slide

Rekenen met grote getallen

Slide 23 - Slide

25 miljard is 25.000 miljoen
43,8 miljard is 43.800 miljoen
18,93 miljard is 18.930 miljoen
0,276 miljard is 276 miljoen

Slide 24 - Slide

Schrijf 32 miljard in miljoenen.

Slide 25 - Open question

€ 100 miljoen x 8.000 = ... miljard
A
8 miljard
B
80 miljard
C
800 miljard
D
8.000 miljard

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Meer inkomsten dan uitgaven?
= een begrotingsoverschot

Slide 28 - Slide

Meer uitgaven dan inkomsten?
= een begrotingstekort

Slide 29 - Slide

Overschot of tekort?
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort

Slide 30 - Quiz

timer
10:00

Slide 31 - Slide