thema 10.1.2.3.

Ik leer het verschil tussen een ontwikkelingsachterstand en -stoornis. 
Ik leer verschillende signalen van achterstanden/stoornissen te herkennen.  
Ik kan verschillende ontwikkelingsstoornissen benoemen. 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Ik leer het verschil tussen een ontwikkelingsachterstand en -stoornis. 
Ik leer verschillende signalen van achterstanden/stoornissen te herkennen.  
Ik kan verschillende ontwikkelingsstoornissen benoemen. 

Slide 1 - Slide

Een ander woord voor een ontwikkelingsachterstand is een ontwikkelingsstoornis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Een ontwikkelingsstoornis heb je voor het leven. De begeleiding is gericht op het leren omgaan met de stoornis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

10.2 Signalen
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen manier. Niet ieder signaal hoeft daarom een reden tot zorg te zijn.



Kind valt op door regelmatig opvallend gedrag? -> gerichte observaties -> bespreken met ouders en mogelijk doorverwijzen.

Je mag nooit een diagnose stellen!! 

Slide 4 - Slide

Wat zijn signalen die kunnen duiden op een achterstand of een stoornis in de motorische ontwikkeling?

Slide 5 - Mind map

10.2 Signalen
Motoriek
Op alle vlakken heeft het kind ontwikkeling van de motoriek nodig. Signalen die kunnen duiden op een achterstand of stoornis op motorisch gebied:

  • Veel moeite met knippen en plakken
  • Slordig of heel langzaam schrijven
  • Veel vallen, zichzelf stoten, dingen per ongeluk omvallen
  • Houterig bewegen
  • Angst voor gymles of buitenspelen
  • Veel of juist weinig kracht in spieren
  • Slappe of juist hoge spierspanning van het lichaam

Slide 6 - Slide

10.2 Signalen
Spraak en taal
Er zit nogal een verschil in de tijdstippen waarop de kinderen hun mijlpalen op taalgebied bereiken. Daardoor is er kennis van gewone ontwikkeling nodig. Signalen die op een achterstand of stoornis kunnen wijzen:

  • Niet brabbelen of laat verdwijnen van brabbelen
  • Geen imitatie of nadoen van spraak
  • Gebaren gebruiken i.p.v. woorden
  • Onverstaanbaarheid
  • Niet duidelijk kunnen maken wat het kind bedoelt
  • Afwijkend gebruik van de taalregels
  • Niet begrijpen van de opdrachten


Slide 7 - Slide

Wat kunnen signalen zijn m.b.t. problemen op sociaal gebied?

Slide 8 - Mind map

10.2 Signalen
Sociale vaardigheden
Wanneer een kind moeite heeft met sociale vaardigheden, is er sprake van een vicieuze cirkel: niet sociaal vaardig -> weinig contacten -> geen ervaring opdoen -> nog verder achter raken op sociaal gebied. Signalen m.b.t. problemen op sociaal gebied:


  • Moeizaam contact met leeftijdsgenoten
  • Niet herkennen van emoties
  • Niet kunnen inleven in anderen
  • Afhankelijkheid
  • Teruggetrokkenheid of agressiviteit 

Slide 9 - Slide

10.2 Signalen
Leervermogen
  • Leerachterstand of een leerstoornis. De achterstand kan enorm variëren. Kenmerken zijn:

  1. Bang zijn om fouten te maken 
  2. Verdriet en teleurstelling omdat het niet lukt 
  3. Boosheid 
  4. Moeite met het houden van de aandacht bij de leerstof 
  5. Het hebben van een slecht geheugen 
  6. Het lastig vinden van logisch denken 
  7. Enorme inspanning moeten leveren om te kunnen leren 

Slide 10 - Slide

10.3 Oorzaak en gevolg
Problemen rondom geboorte:
zuurstoftekort, infectie, middelengebruik tijdens zwangerschap, vroeggeboorte, laag geboortegewicht etc.

Slide 11 - Slide

10.3 Oorzaak en gevolg 
Erfelijke factoren: hiermee wordt het kind geboren (DNA). Bijvoorbeeld: stofwisselingsziekte, neurlogische ziekte.

Omgevingsfactoren: omgeving speelt rol bij ontwikkeling:
  • weinig stimulans op ontwikkeling
  • onopgemerkte problemen met horen en/of zien
  • gezins- of familieproblemen
  • hechtingsstoornis (relatie kind en opvoeder)
  • mishandeling / verwaarlozing

Slide 12 - Slide

Een bekende autist.. 
Greta Thunberg 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Autisme Spectrum Stoornissen ASS
Problemen in de sociale communicatie
  • Weinig inzicht in wat anderen denken en voelen
  • Moeite met non-verbale communicatie
  • Moeite met aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties

Vertoning van herhalingsgedrag en beperkte belangstelling
  • Bewegen, spreken en gebruik van voorwerpen
  • Vasthouden aan routine
  • Rituelen van verbaal/ non-verbaal gedrag
  • Belangstelling voor één onderwerp
  • Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels (kleuren, geuren, geluiden, etc.)

Slide 15 - Slide

PDD-NOS, welke informatie heb je gevonden?

Slide 16 - Mind map

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
10.4.2 PDD-NOS: Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified.
  • Kinderen hebben ook moeite met interactie en communicatie, maar ook met fantasie
  • Sinds 2013 wordt de benaming niet meer gebruikt, de diagnose is moeilijk te stellen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kenmerken:
  • Onhandigheid in sociale situaties
  • Begrijpt en gebruikt weinig non-verbale signalen
  • Niet of nauwelijks leren van sociale ervaringen
  • Angst voor veranderingen en hierdoor zich koppig en driftig uiten
  • Fanatiek vasthouden aan bepaalde routines
  • Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
  • Trage taalontwikkeling of ouwelijk taalgebruik
  • Letterlijk nemen van de taal
  • Onhandige en stijve motoriek

Slide 19 - Slide

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kwaliteiten, het valt op dat deze kinderen:
  • Een goed geheugen voor feiten en data.
  • Uitstekend visueel geheugen.
  • Overstoorbaar kunnen werken.
  • Afspraak is afspraak.

Slide 20 - Slide

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
10.4.3 Syndroom van Asperger: een pervasieve ontwikkelingsstoornis, waarbij het kind beperkt is in de sociale interacties met anderen en een beperkt repertoire aan interesses en activiteiten heeft.
 
  • Hebben een gemiddelde neiging tot het maken van contact! (in tegenstelling tot andere kinderen met ASS)
  • Door beperkte sociale vaardigheden gaat het vaak mis en trekken ze zich terug.
  • Normaal tot hoogbegaafd.

Slide 21 - Slide

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Begeleiding Asperger:
  • Geef duidelijk aan wat je verwacht.
  • Breng gevoelens neutraal en duidelijk.
  • Voer nieuwe dingen stap voor stap in.
  • Begeleid het kind in samenwerking (zelf al groepjes maken).

Slide 22 - Slide

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Begeleiding:
Praktische tips:
  • Help het kind bij de groep laten horen.
  • Reik het kind handvaten aan om te communiceren.
  • Bij een opdracht duidelijkheid: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe
  • Vermijd figuurlijk taalgebruik (toen kwam de aap uit de mouw)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Moeite met:
  • Vriendschappen
  • Recht in de ogen aan kijken
  • Emoties uiten
  • Begrijpen van non-verbale communicatie
  • Begrijpen van sociale regels
  • Overgevoeligheid voor prikkels
  • Fascinatie voor specifieke prikkels
  • Gebrek aan inlevingsvermogen (empathie)
  • Monotone stem en weinig mimiek
  • Motorisch onhandig

 

Slide 25 - Slide

10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kwaliteiten:
  • Enorme kennis van één onderwerp
    (bijvoorbeeld dinosauriërs) 
  • Onderzoeken alles ontzettend goed
  • Onafhankelijk in denken, zien andere oplossingen
  • Heel eerlijk

Slide 26 - Slide

Hoe zit het met de doelen? 

Slide 27 - Slide