De Bloedsomloop: Multiple Choice Vragen

De Bloedsomloop: Multiple Choice Vragen

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je de belangrijkste concepten van de bloedsomloop begrijpen en toepassen op multiple choice vragen.

Introduceer het leerdoel en zorg ervoor dat de leerlingen weten wat ze aan het eind van de les zullen leren.

Wat weet je al over de bloedsomloop?

Wat is de bloedsomloop?

De bloedsomloop is het proces waarbij bloed door het lichaam stroomt en zuurstof en voedingsstoffen afgeeft aan cellen en weefsels.

Leg kort uit wat de bloedsomloop is en waarom het belangrijk is voor ons lichaam.

Hoe wordt bloed door het lichaam gepompt?

Het hart pompt bloed door de bloedvaten.

Leg uit hoe het hart bloed door het lichaam pompt en hoe het is verbonden met de bloedsomloop.

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van de bloedsomloop?

Het hart, slagaders, haarvaten en aders zijn de belangrijkste onderdelen van de bloedsomloop.

Laat afbeeldingen zien van het hart, de slagaders, haarvaten en aders en leg kort uit wat hun functie is in de bloedsomloop.

Wat is de functie van slagaders?

Slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen en weefsels van het lichaam.

Leg uit wat slagaders zijn en wat hun functie is in de bloedsomloop.

Wat is de functie van haarvaten?

Haarvaten vervoeren zuurstof en voedingsstoffen van de bloedvaten naar de cellen en weefsels van het lichaam.

Leg uit wat haarvaten zijn en wat hun functie is in de bloedsomloop.

Wat is de functie van aders?

Aders vervoeren zuurstofarm bloed van de organen en weefsels terug naar het hart.

Leg uit wat aders zijn en wat hun functie is in de bloedsomloop.

Multiple Choice Vragen

Welk bloedvat vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen en weefsels van het lichaam? A) Slagaders B) Haarvaten C) Aders

Stel meerdere multiple choice vragen over de bloedsomloop om het begrip van de leerlingen te testen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.