1.2 Prikkels & 1.3 Functies van gedrag

H1 Gedrag
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H1 Gedrag

Slide 1 - Slide

Planning Periode 4

Vandaag
  • 1.2 Prikkels
  • 1.3 Functies van gedrag

Slide 2 - Slide

PO Gedragsonderzoek
Op basis van een onderzoeksvraag ga je het gedrag van dieren onderzoeken in Diergaarde Blijdorp!

Maar daar heb je wel kennis over gedrag voor nodig... 

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Open question

Wat is gedrag?
Gedrag in biologie is alles wat een mens of een dier doet of laat

  • Aanpassen aan de omgeving
  • Overleven en voortplanten
  • Reageren op prikkels (verandering in de omgeving)






Slide 5 - Slide

Communicatie
Door het uitwisselen van signalen kunnen individuen binnen 1 soort met elkaar communiceren

Soortgenoten begrijpen elkaars signalen

Signalen zijn prikkels die informatie bevatten voor soortgenoten


Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

1.2 Prikkels
Je kan het verschil tussen inwendige en uitwendige prikkels uitleggen 
Je kan uitleggen wat de invloed is van motivatie op prikkels en gedrag 

Je weet wat een sleutelprikkel en supernormale prikkels is

Je kan het verschil uitleggen tussen aangeleerd en aangeboren gedrag

Slide 8 - Slide

Gedrag
Hoe wordt gedrag veroorzaakt?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Inwendige prikkels

Motivatie is de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag

Het hormoonstelsel en het zenuwstelsel beïnvloeden motivatie

Slide 11 - Slide

Uitwendige prikkels

Prikkels worden waargenomen door zintuigen!

Alleen de belangrijkste prikkels kunnen gedrag veroorzaken

Slide 12 - Slide

Een respons volgt alleen als de prikkel of motivatie groot genoeg is

Slide 13 - Slide

Wat ga je doen?
1. Maak een begrippenlijst van de volgende begrippen: 
respons, uitwendige prikkel, feromonen, geslachtshormonen, inwendige prikkel, sleutelprikkel, supernormale prikkel

2. Maak opdracht 3 en 12 van 1.2

Slide 14 - Slide

Sleutelprikkels
Prikkels die ALTIJD tot hetzelfde gedrag leiden

De motivatie voor bepaald gedrag is bij die specifieke prikkel hoger dan bij een prikkel die een bepaald kenmerk mist

Slide 15 - Slide

Opdracht 12
  • Wat is de prikkel voor pikken?
  • Verschillen in pikfrequentie?

  • Wat voor conclusies?

  • Hoe moet je de modellen aanpassen als je wilt weten wat de invloed is van de kleur van de snavel?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Supernormale prikkels
Bij supranormale of supernormale prikkels wordt met behulp van een kunstmatige prikkel ditzelfde gedrag versterkt opgeroepen. Deze prikkel is dus effectiever dan de normale sleutelprikkel, zoals te zien is in het vorige filmpje en te zien is in het diagram van de zilvermeeuw

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

1.2 Prikkels
Je kan het verschil tussen inwendige en uitwendige prikkels uitleggen 
Je kan uitleggen wat de invloed is van motivatie op prikkels en gedrag 

Je weet wat een sleutelprikkel en supernormale prikkels is

Je kan het verschil uitleggen tussen aangeleerd en aangeboren gedrag

Slide 20 - Slide

1.3 Functies van gedrag
Je leert de functies van gedrag

Je leert twee vormen van leergedrag

Slide 21 - Slide

De algemene functie van gedrag

Vergroten van de overlevingskans van het individu en de soort door een grotere kans op voortplanten

Voorbeelden??

Slide 22 - Slide

Maar soms is het niet zo simpel... 

De avond voor een toets... 

Leren of naar dat ene leuke feestje? 

Slide 23 - Slide

Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.


Gaat om een INTERN conflict.

Slide 24 - Slide

Conflict gedrag
Drie vormen:
  • Ambivalent gedrag
  • Omgericht gedrag
  • Overspronggedrag

Slide 25 - Slide

Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen

Slide 26 - Slide

Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/object


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie

Slide 29 - Slide

ambivalent gedrag
oversprong-
gedrag
Omgericht gedrag
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je hebt net je rijexamen afgelegd, waarvoor je heel zenuwachtig was. Je krijgt je resultaat terug en je bent geslaagd. Je huilt van blijdschap.
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

Slide 30 - Drag question

1.3 Functies van gedrag
Je leert de functies van gedrag

Je leert twee vormen van leergedrag

Slide 31 - Slide

Inspiratie opgedaan voor een onderzoeksvraag?

Slide 32 - Mind map

Gedrag wordt veroorzaakt door?
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
zowel inwendige als uitwendige prikkels

Slide 33 - Quiz

Er zijn haaiensoorten die altijd agressief gedrag vertonen als ze bloed in het water waarnemen. Wat is bloed voor deze haaien op dat moment?
A
een inwendige prikkel
B
een respons
C
een sleutelprikkel
D
een supranormale prikkel

Slide 34 - Quiz

Wanneer jonge pimpelmezen een wormpje zien sperren ze gelijk hun bekjes open. Wat voor prikkel is dit?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Reflex

Slide 35 - Quiz

Om gedrag uit te voeren heeft een dier prikkels nodig. Dit kunnen inwendige prikkels zijn of uitwendige. Wat is een INWENDIGE prikkel?
A
Nest maken voor jongen op komst
B
Een muis ziet een kat

Slide 36 - Quiz

Wanneer wordt bepaald gedrag getoond?
A
Als prikkels boven de drempelwaarde uit komen
B
Bij een sterkte discipline
C
Bij gebrek aan motivatie
D
Als prikkels onder de drempelwaarde blijven

Slide 37 - Quiz

Lichtreceptoren in je oog kunnen ook impulsen versturen bij druk. Druk maar eens op je oog. Is de drempelwaardevoor niet-adequate prikkels hoger of lager?
A
Hoger
B
Lager

Slide 38 - Quiz

Wat is 'motivatie'?
A
Dat een bepaalde prikkel binnenkomt
B
Bereidheid om te reageren op een prikkel

Slide 39 - Quiz

Wanneer een kip liever op een groot kalkei gaat zitten en haar eigen eieren koud laat worden, is het grote kalkei een...
A
sleutelprikkel
B
supernormale prikkel
C
motivatieprikkel
D
inwendige prikkel

Slide 40 - Quiz