4H leesvaardigheid - oefenexamen VMBO 22


4H leesvaardigheid pensum 4


Les 1: Oefenexamen VMBO '22
'Moet de smartphone ook in Nederlandse scholen worden verboden?'
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson


4H leesvaardigheid pensum 4


Les 1: Oefenexamen VMBO '22
'Moet de smartphone ook in Nederlandse scholen worden verboden?'

Slide 1 - Slide

In deze lessen:
  1. maak je kennis met specifieke  examenteksten en -vragen
  2. leer je hoe je het beste met deze examenteksten omgaat
  3. krijgen jij én je docent een goede indicatie van hoe je ervoor staat voor 5H (50%!)

Slide 2 - Slide

In déze les: 
  1. opwarmen - tekstsoort en tekstdoel? (5 min. - klassikaal)
  2. lees tekst 1 + maak vraag 1-13 (30 min. - individueel)
  3. nakijken en beoordelen (15 min. - klassikaal)
  4. plan volgende lessen 

Slide 3 - Slide

1. Opwarmen:
Wat is, denk je, het hoofddoel van tekst 1? Bedenk/overleg ook alvast waarom je dat denkt!
A
de lezer informeren
B
de lezer overtuigen
C
de lezer opiniëren
D
de lezer amuseren

Slide 4 - Quiz

2. Lees tekst 1 en maak vraag 1-13
timer
30:00

Slide 5 - Slide

Ik vond (het maken van) dit examen
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Vraag 1:
Op welke twee manieren introduceert de schrijver het onderwerp van de tekst in de alinea's 1 en 2?
A
aanleiding + belangrijke vraag
B
belangrijke vraag + deskundige
C
aanleiding + voorbeelden
D
belangrijke vraag + conclusie

Slide 7 - Quiz

Vraag 2:
'De apparaten leiden volgens hem de aandacht van de tieners af en frustreren daarmee het opdoen van kennis (...)' r. 15-18
Van welk verband is er sprake in deze zin?

A
middel-doel
B
oorzaak-gevolg
C
opsomming
D
uitspraak-toelichting

Slide 8 - Quiz

Vraag 3:
Welk verband is er tussen de alinea's 1 en 2 enerzijds en alinea 3 anderzijds?
A
Alinea 3 geeft een uitleg bij de info uit al. 1 en 2
B
Alinea 3 geeft een voorbeeld bij ...
C
Alinea 3 vormt een opsomming bij ...
D
Alinea 3 vormt een tegenstelling bij ...

Slide 9 - Quiz

Vraag 4:
Volgens Paul Kirschner kunnen mensen niet multitasken (alinea's 4 en 5). Toch blijkt dit niet voor alle situaties te gelden.
--> Leg uit wanneer mensen niet kunnen multitasken en wanneer wél (max. 40 woorden)

Slide 10 - Open question

Vraag 5:
In alinea 6 staat dat Paul Kirschner smartphones en laptops tijdens zijn colleges verbiedt.
Vat de argumenten die hij hiervoor geeft samen in max. 20 woorden.


Slide 11 - Open question

Vraag 6:
Wat is de functie van alinea 8?
Alinea 8 ...
A
Licht de mening van Kirschner toe
B
Nuanceert de mening van Kirschner
C
Onderschrijft de mening van Kirschner
D
Weerlegt de mening van Kirschner

Slide 12 - Quiz

Vraag 7:
De alinea's 9 t/m 12 hebben een gezamenlijk deelonderwerp. Welk deelonderwerp is dat?
A
Nadelen van het gebruik van smartphones op school
B
Nieuwe technologieën op school dankzij smartphones
C
Ongelijke strijd voor docenten tegen smartphones
D
Zoeken naar evenwichtig gebruik smartphones op school

Slide 13 - Quiz

Vraag 8:
In alinea 12 staat dat kinderen verslaafd zijn aan piepjes en appjes.
--> citeer de twee opeenvolgende zinnen uit alinea 5, 6 of 7 waarin dezelfde boodschap staat.

Slide 14 - Open question

Vraag 9:
'De basis van verantwoord smartphonegebruik moet eigenlijk door de ouders worden bijgebracht' (r. 130-133) Veel ouders vinden dit moeilijk.
--> Citeer de zin uit alinea 12 of alinea 13 waarin staat waarom ouders dit moeilijk vinden.

Slide 15 - Open question

Vraag 10:
Wat is het verband tussen alinea 13 en alinea 14?
Alinea 14 ...
A
gaat verder in op de vragen uit alinea 13
B
geeft een gevolg van het gestelde in alinea 13
C
voegt nieuwe elementen toe aan de informatie in alinea 13
D
vormt samen met alinea 13 een tegenstelling bij alinea 12

Slide 16 - Quiz

Vraag 11:
Wat is de functie van het slot van de tekst (al. 13-14)?
Het slot ...
A
bevat een advies
B
geeft een samenvatting
C
trekt een conclusie
D
uit een toekomstverwachting

Slide 17 - Quiz

Vraag 12:
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst? (!)
A
lezers informeren over de redenen om een smartphoneverbod op scholen in te voeren
B
lezers informeren over het belang van verstandig met de smartphone leren omgaan
C
lezers overtuigen dat scholen in Nederland een smartphoneverbod moeten invoeren
D
lezers overtuigen om minder vaak de smartphone te gebruiken in het bijzijn van kinderen

Slide 18 - Quiz

Vraag 13:
Welke zin geeft het best de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Nederland moet, net als Frankrijk, een smartphoneverbod op scholen invoeren, omdat de schoolcijfers en -prestaties achteruitgaan.
B
Smartphonegebruik op scholen zorgt voor lagere cijfers en prestaties, maar er kan in Nederland geen landelijk smartphoneverbod op school ingevoerd worden.
C
Verantwoord smartphonegebruik aanleren is belangrijk, onder andere omdat de cijfers en prestaties op school achteruitgaan.
D
Verantwoord smartphonegebruik aanleren is puur een taak voor ouders, ook al vinden veel ouders dit erg lastig.

Slide 19 - Quiz

3. Nakijken en beoordelen!
Tel nu het aantal behaalde punten bij elkaar op (elk volledig goed antwoord is één punt). Op www.n-term.nl bereken je hiermee je cijfer als vmbo'er. Vul bij puntentotaal 13 in en de n-term voor dit examen was 0,8.
--> Op de volgende slide vul je je aantal behaalde punten in


Slide 20 - Slide

Ik behaalde voor dit oefenexamen:
12-13 pt = G
10-11 pt = R
8-9 pt = V
6-7 pt = Z
< 6 pt = O

Slide 21 - Poll

Wat ik meeneem naar het volgende (oefen)examen is:

Slide 22 - Open question

4. Plannen en afsluiten

Slide 23 - Slide