Noteer op de puntjes een passende zin of vraag, waaruit duidelijk blijkt waar de rest van de tekst over gaat.
Je bent op je laptop bezig. Er staan zo’n twintig tabbladen open waartussen je elke vijf minuten switcht. Je hersenen werken inmiddels ook zo. Terwijl je met het een bezig bent, zit je met je hoofd bij iets anders. Dat gaat zo niet. …