What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Engelse werkwoorden vervoegen
10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
10 minuten lezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
werkwoordspelling
herhalen regels werkwoordspelling en Engelse werkwoorden vervoegen
Je kent de regels om een werkwoord te vervoegen en kunt dit toepassen bij Nederlandse en Engelse werkwoorden
Slide 2 - Slide
regels ptt (tegenwoordige tijd)
ik / jij achter de pv ->
ik vorm
ander enkelvoud (hij/zij/jij/Mark) ->
ik vorm + t
meervoud (wij/jullie/ de meisjes) ->
infinitief
Slide 3 - Slide
Noteer de juiste vorm.
Het vliegtuig ….(landen) vanmiddag.
Slide 4 - Open question
Noteer de juiste vorm.
(worden) ….. jij morgen 14 jaar?
Slide 5 - Open question
Leg uit wat een sterk werkwoord is.
Slide 6 - Open question
regels pvt (verleden tijd)
zwakke werkwoorden
't kfschp x
hele werkwoord - en
laatste letter bekijken
in 't kfschpx -> ik vorm + te(n)
niet in 't kfschpx -> ik vorm + de(n)
Slide 7 - Slide
Welke Engelse werkwoorden
gebruik jij ?
Slide 8 - Mind map
werkwoorden uit het Engels.
In het Nederlands gebruik je soms werkwoorden die uit het Engels komen.
Die werkwoorden hebben een Nederlandse vorm gekregen :
stressen, joggen, downloaden
Nederlandse uitspraak dan gaat er een medeklinker af.
stressen- ik stres, hij strest
Slide 9 - Slide
Wat is de ik vorm van joggen?
A
ik jog
B
ik jogg
Slide 10 - Quiz
Wat is de verleden tijd van joggen
A
ik jogde
B
ik joggde
C
ik jogte
D
ik joggte
Slide 11 - Quiz
uitzondering
Engelse uitspraak
;
Dan blijft de extra p staan-> ik app, hij appt, ik appte
ik stres, hij strest, ik streste
klinkt de Nederlandse uitspraak niet, dan een e toevoegen
racen -> ik rac klinkt niet
ik race, hij racet, ik racete
Slide 12 - Slide
Wat is de hij-vorm tegenwoordige tijd
van saven
Slide 13 - Open question
Gister (saven)ik mijn document.
A
saved
B
savede
C
savete
D
saveden
Slide 14 - Quiz
Aan de slag
maken:
start-opdracht
1 t/m 5
Slide 15 - Slide
QUIZ
Slide 16 - Slide
Noem de drie regels om een tegenwoordige tijd te maken
Slide 17 - Open question
Hoe bepaal de vt van zwakke werkwoorden
't kfschp x?
Slide 18 - Open question
1. Mijn vader (downloaden) elke dag wel een paar nieuwe liedjes.
A
download
B
downloat
C
downloadt
Slide 19 - Quiz
2. (Saven) hij je werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet
Slide 20 - Quiz
3. Pim (crossen) met zijn mountainbike gewoon over het ijs heen!
A
croste
B
crosste
C
crosde
Slide 21 - Quiz
4. Bas en Gijs (skaten) gister met zijn tweeën door de straten van Emmen.
A
skaten
B
skateten
C
skateden
Slide 22 - Quiz
5. Jouw vriendin heeft op dat feestje met Stan (flirten).
A
geflirt
B
geflird
C
geflirtt
D
geflirrd
Slide 23 - Quiz
6. Tijdens de schoolreis naar Brussel hebben we (raften) over een wilde rivier.
A
gerafft
B
geraffed
C
geraft
D
gerafd
Slide 24 - Quiz
More lessons like this
Engelse werkwoorden vervoegen
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 2,3
Vrijdag 24 feb herhaling ww spelling
March 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 2,3
Engelse werkwoorden vervoegen
January 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
A2B spelling H2 les 2 Engelse ww
September 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Uitleg Engelse werkwoorden A3/H3
October 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 AF Herhaling werkwoordspelling
September 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
les 5 Zwakke en sterke ww, Eng. ww
September 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Spelling Engelse werkwoorden
March 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1