quiz Interbellum

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Het interbellum

Wie had in 1919 de macht in Rusland?

1. Jozef Stalin
2. Keizer Wilhelm II
3. Vladimir Lenin
4. Tsaar Nicolaas II

Welke kenmerken van het Stalinisme zijn te herkennen op het plaatje?

1. censuur en collectivisatie
2. collectivisatie en persoonsverheerlijking
3. persoonsverheerlijking en terreur
4. terreur en censuur

Bij welke aspecten van een totalitaire staat past deze bron?

1. Vijfjarenplannen en collectivisatie
2. Censuur en terreur
3. Propaganda en terreur
4. Massaorganisaties en censuur

Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?

1. censuur
2. zuiveringen
3. Planeconomie
4. showprocessen

De afbeelding heeft te maken met de planeconomie van Stalin. Wat zien we op de afbeelding?

1. Collectivisatie van de landbouw
2. Showproces
3. persoonsverheerlijking
4. fascisme

Welk begrip wordt bedoeld?

1. antisemitisme
2. fascisme
3. racisme
4. censuur

In welk Romeins voorwerp ligt de oorsprong van de naam Facisme?

1. Fasces
2. Gladius
3. Paludamentum
4. caccabus

Wie had de macht in de Republiek van Weimar?

1. Een keizer
2. Het parlement
3. Een dictator
4. Een koning

Deze afbeeldingen
gaan over:

1. Hyperinflatie
2. Staatsgreep
3. Demilitarisatie
4. Dolkstootlegende

Waardoor werd deze hyperinflatie veroorzaakt?

1. Doordat er geld werd bijgedrukt om de herstelbetalingen te voldoen
2. Doordat het Ruhrgebied werd bezet en er gestaakt werd
3. Doordat het geld in waarde verminderde
4. Doordat de Duitse wapenindustrie niet meer draaide

Hoe werd de economische crisis van 1923 opgelost?

1. Dawesplan
2. Blitzkrieg
3. Appeasement
4. Kellog-Briand pact

De Beurskrach was in...

1. 1917
2. 1919
3. 1929
4. 1939

Wat was de Beurskrach?

1. Revolutie in de Verenigde Staten tegen de leningen aan Duitsland
2. Plotselinge daling van de aandelenkoersen.
3. Revolutie in Duitsland tegen de terugbetalingen.
4. Plotselinge stijging van de aandelenkoersen.

Welke leider hoort bij Nederland tijdens de crisisjaren?

1. Drees
2. Thorbecke
3. Mussert
4. Colijn

Wat is GEEN onderdeel van de aanpassingspolitiek?

1. werkverschaffings-projecten
2. NSB
3. Steun/ uitkeringen worden gekort
4. Stempelen

Van wie is dit halve hoofd?

1. Hitler
2. Mussert
3. Mussolini
4. Stalin

Er kwam een einde aan de Republiek van Weimar omdat

1. Hitler een grote verkiezingsoverwinning behaalde
2. Hitler vroegtijdig uit de gevangenis kwam
3. de Machtigingswet werd aangenomen
4. Amerika en versneld tempo leningen opeiste

Vooraf controleren van de pers is:

1. Gelijkschakeling
2. Indoctrinatie
3. propaganda
4. censuur

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?

1. Antisemitisme
2. Rassenleer
3. Dictatuur
4. Gelijkschakeling

Hersenspoelen, dwang om bepaalde opvattingen te hebben is:

1. gelijkschakeling
2. propaganda
3. indoctrinatie
4. censuur

Hoe heet het aanpassen van organisaties aan de totalitaire ideologie van de nazi's?

1. genocide
2. bezetting
3. appeasement
4. gelijkschakeling

Wat is de Anschluss?

1. De oplossing voor het jodenprobleem
2. De toevoeging van Oostenrijk bij Duitsland
3. De inlijving van het Saarland
4. De bezetting van het Sudetenland

De Kristallnacht was in:

1. 1937
2. 1938
3. 1939
4. 1940

De Kristallnacht

1. is de nacht waarin synagogen en Joodse winkels en huizen in brand zijn gestoken
2. is de nacht van de staatsgreep van Hitler in 1923
3. is de nacht waarin de nazi's het Rijksdaggebouw in brand hebben gestoken.
4. heeft niets met Hitler en Duitsland te maken.

De Rijksdagbrand vond plaats in

1. 1930
2. 1940
3. 1933
4. 1935

Wie kregen de schuld van de Rijksdagbrand?

1. De Joden
2. De democraten
3. De nazi's
4. De communisten

De Rijksdagbrand

1. vormde het startpunt van het totalitarisme in Duitsland
2. bracht Hitler aan de macht
3. leidde tot de Kristallnacht
4. was het werk van een internationale communistische samenzwering

De conferentie van München ging over??

1. Annexatie van Oostenrijk
2. Annexatie van Sudetenland
3. Remilitariseren van het Rijnland?
4. Remilitariseren van Elzas-Lotharingen

Conferentie van München?
Wie was er niet?

1. Hitler
2. Stalin
3. Mussolini
4. Chamberlain

Wat werd afgesproken bij de Conferentie van München?

1. Hitler kreeg Sudetenland
2. Hitler mocht Tsjecho-Slowakije bij DU voegen
3. Hitler voegde Oostenrijk bij Duitsland
4. Hitler vroeg SU of ze niet wilden aanvallen

"We moeten met Hitler gaan praten om oorlog te voorkomen" Welk begrip past hierbij?

1. Indoctrinatie
2. Gelijkschakeling
3. Pleasen
4. Appeasement

In welk jaar eindigt het interbellum?

1. 1918
2. 1919
3. 1933
4. 1939

In welk jaar begint volgens het boek het interbellum?

1. 1918
2. 1919
3. 1933
4. 1939