klas 1: namen en functies van naamvallen vervolg

naamvallen in het Latijn
namen en voornaamste functies
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

naamvallen in het Latijn
namen en voornaamste functies

Slide 1 - Slide

Wat is een naamval?
A
een zinsdeel, bijvoorbeeld onderwerp of lijdend voorwerp
B
de letters achter de stam van het zelfstandig naamwoord
C
vorm van een naamwoord die de functie in zin aangeeft

Slide 2 - Quiz

Hoe noemen we de letters achter de stam van een woord? (antwoord met één woord)

Slide 3 - Open question

Hoeveel naamvallen zijn er in het Latijn?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 4 - Quiz

Welke naamval wordt in de rijtjes meestal weggelaten?
A
ablativus
B
accusativus
C
dativus
D
vocativus

Slide 5 - Quiz

Welke twee functies kan een nominativus hebben?
A
onderwerp en lijdend voorwerp
B
lijdend voorwerp en bijwoordelijke bepaling
C
onderwerp en bijwoordelijke bepaling
D
onderwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van een accusativus zonder voorzetsel?
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel vh gezegde
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quiz

Welke functie heeft een accusativus met een voorzetsel?
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel vh gezegde
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van de vocativus?
A
aangesproken persoon
B
naamwoordelijk deel
C
onderwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quiz

In welke naamval staat een bijvoeglijke bepaling met "van"?
A
accusativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 10 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van de dativus?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Quiz

1.
2. 
3. 
4. 
5. 
gen.
nom.
dat.
acc.
abl.

Slide 12 - Drag question

FINIS

Slide 13 - Slide