Herhaling H2 Elektriciteit en H5 Radioactiviteit









Herhaling H2 Elektriciteit en H5 Radioactiviteit
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson









Herhaling H2 Elektriciteit en H5 Radioactiviteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Na deze les kan ik ...
... aangeven welke concepten binnen elektriciteit ik nog niet begrijp. 

... aangeven welke concepten binnen radioactiviteit ik nog niet begrijp.

Slide 3 - Slide

H2 Elektriciteit

Slide 4 - Slide

Spanning en stroomsterkte
Stroomsterkte:
De hoeveelheid lading die iedere seconde een bepaald punt in een schakeling passeert. 


Spanning:
De energie die deze lading afgeeft aan de elektrische componenten in de schakeling. 
I=tQ
U=QΔE

Slide 5 - Slide

Welke weerstand is een Ohmse weerstand? Leg uit.

Slide 6 - Open question

Bereken de grootte van de blauwe weerstand.

Slide 7 - Open question

Weerstand
De weerstand van een Ohmse weerstand is altijd hetzelfde. 

Wet van Ohm:


Weerstand van een draad:

R=IU
R=Aρl

Slide 8 - Slide

Welke uitspraak over een NTC klopt?
A
Als het donker wordt, daalt de weerstand.
B
Als het donker wordt, stijgt de weerstand.
C
Als de temperatuur stijgt, daalt de weerstand.
D
Als de temperatuur stijgt, stijgt de weerstand.

Slide 9 - Quiz

Speciale weerstanden
NTC:
Weerstand wordt lager als de temperatuur stijgt.

PTC:
Weerstand wordt hoger als de temperatuur stijgt. 

LDR:
Weerstand wordt lager als er meer licht op valt. 

Diode en LED:
Laat stroom in één richting door als de drempelspanning behaald is. 
LED geeft hierbij ook licht. 

Slide 10 - Slide

Bereken de vervangingsweerstand.
R1 = 50 Ω, R2 = 40 Ω, R3 = 15 Ω,
R4 = 75 Ω en R5 = 20 Ω

Slide 11 - Open question

Serie en parallel
Serieschakeling:





Parallelschakeling:
Rv=R1+R2+...
It=I1=I2=...
Ut=U1+U2+...
It=I1+I2+...
Ut=U1=U2=...
Rv1=R11+R21+...

Slide 12 - Slide

In de keuken staat een oven (P=2000 W),
de afwasmachine (P=1200 W) en een blender (P=750 W) aan.
Laat met een berekening zien of de groepszekering van de keuken de stroom wel of niet uitschakelt.

Slide 13 - Open question

Vermogen
Het vermogen is het energiegebruik per seconde. 


P=UI

Slide 14 - Slide

H5 Radioactiviteit

Slide 15 - Slide

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft PO-210?

Slide 16 - Open question

Notatie isotopen

Slide 17 - Slide

Welk isotoop ontstaat er na het verval van
Astaat-215?
Schrijf zelf de reactievergelijking op.

Slide 18 - Open question

Om bloedstroming in kaart te brengen wordt een radioactieve tracer in het bloed gespoten.
Deze tracer zendt ioniserende straling uit die door het lichaam naar buiten moet gaan en daarna opgevangen en gemeten wordt met een 'camera'.

Welk soort straling zendt deze tracer waarschijnlijk uit?
A
Alpha
B
Bèta
C
Gamma

Slide 19 - Quiz

Soorten straling
Alpha: (Heliumkern)
Hoog ioniserend vermogen, laag doordringend vermogen.

Bèta: (Elektron of positron)
Gemiddeld ioniserend vermogen, gemiddeld doordringen vermogen.

Gamma: (Elektromagnetische straling)
Laag ioniserend vermogen, hoog doordringend vermogen. 

Slide 20 - Slide

Wat is de halveringstijd van Radon-219?

Slide 21 - Open question

Halveringstijd
Verval is een kansproces, je weet nooit welk atoom gaat vervallen. 

Je kan wel iets zeggen over het verval van grote hoeveelheden van een stof. 


N=N0(21)t0,5t

Slide 22 - Slide

Activiteit Radon-223
De activiteit van een bepaalde hoeveelheid radioactieve afval (Radium-223) is 4,2*103 Bq.
Bereken na hoeveel tijd de activiteit afgenomen is tot 1,3*10-3 Bq.

Slide 23 - Slide

Activiteit
De activiteit van een radioactieve stof is het aantal kernen dat per seconde vervalt. 


A=A0(21)t0,5t
A=dtdN=(ΔtΔN)raaklijn
A=t0,5ln(2)N

Slide 24 - Slide

Na deze les kan ik ...
... aangeven welke concepten binnen elektriciteit ik nog niet begrijp. 

... aangeven welke concepten binnen radioactiviteit ik nog niet begrijp.

Slide 25 - Slide