KDZA. Bijeenkomst 4. Klinisch redeneren ventilatie/diffusie/perfusie/coronaire doorbloeding/regulering water, mineralen en PH/Nieren.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

KDZA. Bijeenkomst 4. 

Klinisch redeneren a.h.v. casus  ventilatie/diffusie/perfusie/coronaire doorbloeding/regulering water, mineralen en PH/Nieren.

Slide 2 - Slide

Inhoud les. 
1.  Terugblik zelfstudie les 3. 
2. Kennisvragen n.a.v. de theorie. 
3. In groepen aan de slag met een casus. 

Slide 3 - Slide

Vorige les hebben jullie zelfstudie gedaan. Welke methodieken heb je bestudeert?

Slide 4 - Mind map

Heb je nog vragen over de theorie van les 3 over redeneerhulpen?

Slide 5 - Open question

Kennisvragen. 

12 vragen over de theorie die jullie hebben doorgenomen t.a.v. pathologie. 

Slide 6 - Slide

Als er een zorgvrager zich verslikt spreken we van een probleem in:
A
De lage luchtwegen
B
De Hoge luchtwegen,

Slide 7 - Quiz

Gastransport vindt plaats in het kleinste gedeelte van de longen, namelijk de.....
2 antwoorden zijn juist
A
trachea
B
alveoli
C
bronchiolie
D
corpus alienum

Slide 8 - Quiz

Zuurstof gaat vanuit het longblaasje in het bloedvat dit gebeurt door:
A
actief transport
B
plasmolyse
C
osmose
D
diffussie

Slide 9 - Quiz


A
Hier is sprake van een ontstekingsproces
B
Hier is sprake van een harttamponade.
C
Hier is sprake van longoedeem.
D
Hier is sprake van Astma Cardiale

Slide 10 - Quiz

Welke symptomen horen bij welk coronair lijden???? 
Myocardinfarct
hypovolemische shock
circulatiestilstand
Arm voelt zwaar aan, misselijk, klam en zweterig, pijn op de borst. 
Weinig urineproductie, zwakke pols, angst, verlies van bewustzijn, melena.
pupilafwijking, ademhalingsstilstand, bleekgrauwe kleur. 

Slide 11 - Drag question

Wanneer een zorgvrager een hoge RR heeft, oedeem en benauwd is kan er sprake zijn van:
A
Hyponatriemie
B
Hypervolemie

Slide 12 - Quiz

Wat is de term voor een levensbedreigende vorm van oedeem waarbij vochtophoping is in de alveoli en diffussie wordt belemmerd?
A
Longoedeem
B
Veneus oedeem
C
Lymfoedeem

Slide 13 - Quiz

Is de omgeving isotoon, hypertoon of hypotoon
Hypertoon
Hypotoon.
Isotoon

Slide 14 - Drag question

bij nierfalen zien we onder andere een ........ van het ureumgehalte in het bloed
A
verhoging
B
verlaging

Slide 15 - Quiz

Nierfalen is hetzelfde als nierinsufficiëntie

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Anurie = urineproductie van minder dan 100ml/24 uur. Wanneer kan dit optreden?
A
Treed op bij chronische obstructie van de urinewegen.
B
Treed bijv. op bij shock en acute nierinsufficiëntie

Slide 17 - Quiz

Wanneer een zorgvrager een verminderde urineproductie van 200 ml/24 uur. Hoe noem je dit dan?
A
Oligurie
B
Polyurie
C
Anurie

Slide 18 - Quiz

Opdracht. 
Casus individueel maken ( of als je samen zit, samen ;-) 
Vul bladzijde 1 t/m 6 in van de Time Out procedure. 
Succes! 
Na 20 minuten korte nabespreking van de casus. 

Slide 19 - Slide

Volgende les. 
SBARR! 

Lees de artikelen door die staan in de map op Its Learning - KDZA - Bijeenkomst 4 - voorbereiding les 5. 

Slide 20 - Slide