Grammatica les 7: Herhaling nevenschikking en onderschikking

Grammatica les 7: Herhaling nevenschikking en onderschikking
Welkom 2vwo
Volg het stappenplan, we maken er een goede les van.
Stap 1: Pak je schrift, boek en je laptop erbij. 
Stap 2: Log in bij LessonUp met je eigen naam.
Stap 3: Doe de telefoon in de telefoontas.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica les 7: Herhaling nevenschikking en onderschikking
Welkom 2vwo
Volg het stappenplan, we maken er een goede les van.
Stap 1: Pak je schrift, boek en je laptop erbij. 
Stap 2: Log in bij LessonUp met je eigen naam.
Stap 3: Doe de telefoon in de telefoontas.

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan bepalen of een zin nevenschikking heeft of onderschikking.
Hoe behaal je dit doel?
  • Werken aan je fictieopdracht = laatste kans voor vragen
  • Check huiswerk
  • Nevenschikking en onderschikking herhalen
  • Oefenen
  • Huiswerk: blz. 128 t/m 131: opdr 1, 3, 4 (4c niet), 5 en 6

Slide 2 - Slide

Werk aan je fictieopdracht
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Check huiswerk: 9 en 10
9a: PV en onderwerp staan naast elkaar. 
9b: Een bijzin begint met een onderschikkend voegwoord
9c: haar nieuwe telefoon

10a: hoofdzin
10b: hoofdzin
10c: bijzin
10d: hoofdzin
10e:bijzin

Slide 4 - Slide

Opdr. 11 en 12
11a: Een enkelvoudige zin heeft 1 persoonsvorm. Een samengestelde zin heeft 2 persoonsvormen.
11b: Onjuist: Ik ben naar huis gegaan. Dat is een enkelvoudige zin, want het heeft maar 1 persoonsvorm. 
11c: 1. hoofdzin, bijzin  2= bijzin, hoofdzin
11d: hoofdzin en een bijzin
12: dan staat de hoofdzin achteraan.

Slide 5 - Slide

Opdr 13
13a: enkelvoudig
13b: enkelvoudig
13c: samengesteld
13d: enkelvoudig
13e: samengesteld

Slide 6 - Slide

Opdracht 14a
Mijn docent/vertelde/ons/ tijdens biologie/ een verhaal over waterverspilling.
pv: vertelde
ow: mijn docent
wg = vertelde
ng = x
lv = een verhaal over waterverspilling
mv= ons
bwb= x

Slide 7 - Slide

14b
Als/ je/ je dag/ begint/ met een douche//, is/ dat/ je eerste overtreding.
pv= begint, is
ow = je, dat
wg = begint
ng = is [ je eerste overtreding]
lv = x
mv = X
bwb= met een douche

Slide 8 - Slide

14c
Vooral middelbare scholieren/ staan/  langer dan tien minuten/ lekker/ te poedelen.
pv = staan
ow = Vooral middelbare scholieren
wg = staan te poedelen
lv = x
mv =x
bwb = langer dan tien minuten, lekker

Slide 9 - Slide

14d
Terwijl/ we/ onze tanden/ poetsen//laten/ we/ het water/ ook/ vaak/ vrolijk/ stromen.
pv = poetsen, laten
ow = we, we
wg = poetsen, laten stromen
ng = x
lv = onze tanden, het water
mv = x
bwb =  ook, vaak, vrolijk

Slide 10 - Slide

14e
Voordat/ ik/ het lokaal/ uitliep// gaf/ mijn leraar/ me/ een mooi advies.
pv = uitliep, gaf
ow = ik, mijn leraar
wg = uitliep, gaf
ng = x
lv = het lokaal, een mooi advies
mv = me
bwb = X

Slide 11 - Slide

14f
Vang/ in de zomer/ regenwater/ op // en/  je regendouche/ is/ klaar!
pv = vang, is
ow = je regendouche
wg = Vang op
ng = is [ klaar] 
lv = regenwater
mv= x
bwb= in de zomer

Slide 12 - Slide

Herhaling nevenschikking en onderschikking
Nevenschikking: Een samengestelde zin met twee hoofdzinnen.
Je herkent een nevenschikking aan de voegwoorden: en, maar, want, of & dus

Onderschikking: Een samengestelde zin met een hoofdzin en bijzin (of andersom). Je herkent een onderschikkende zin aan een onderschikkend voegwoord.
Functie onderschikkend voegwoord: het aangeven van verbanden
Voorbeeld onderschikkend voegwoord: omdat, zodra, terwijl, als, toen.
Let op: Een voegwoord benoem je niet in de redekundige ontleding

Slide 13 - Slide

Nevenschikking, onderschikking of geen van beide: Ik kan hier weinig aan toevoegen, dus ik houd mijn mond.
A
Nevenschikking
B
Onderschikking
C
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

Nevenschikking, onderschikking, geen van beide: De hele klas is zo door de digitale nakijkjuf binnen een paar minuten getoetst.
A
Nevenschikking
B
Onderschikking
C
Geen van beide

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Wat ga je doen?
maken: blz. 128 t/m 131 opdr. 1, 3, 4 (4c niet) 5 en 6.
Wanneer af: einde van de les op 24 oktober.
Hoe werk je: Alleen en in stilte
Tijd: Tot het einde van de les
Klaar: Afmaken fictieopdracht.
Let op bij opdr 1
Zin 1: 2e je = wg
zin 2: zich = wg
zin 3 2e je = wg

Slide 16 - Slide