Oefentoets H7 2TH

H7 Eten
2D Oefentoets

Dit gaan wij met LessonUp doen!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 Eten
2D Oefentoets

Dit gaan wij met LessonUp doen!

Slide 1 - Slide

Wat bepaalt je eetgewoonten?
A
De winkel waar je je eten koopt.
B
Je voorkeur voor bepaalde levensmiddelen.
C
Of je met bestek eet.

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een eetgewoonte?
A
Een leerling eet 's ochtends altijd brood
B
Met oud & nieuw eet je oliebollen
C
Moslims eten geen varkensvlees
D
Mohamed verteert zijn voedsel snel

Slide 3 - Quiz

Dit voedingsmiddel is...
A
Plantaardig
B
Dierlijk
C
Zowel plantaardig als dierlijk
D
Niet dierlijk of plantaardig

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een voedingsmiddel?
A
eiwit
B
vet
C
koekje
D
koolhydraten

Slide 5 - Quiz

In onze voeding zitten voedingsstoffen. Sommige voedingsstoffen leveren energie, andere voedingsstoffen leveren geen energie. Welk van de volgende rijtjes voedingsstoffen bevatten uitsluitend energieleverende voedingsstoffen?
A
Alcohol, koolhydraten en vitamines
B
Koolhydraten, vetten en eiwitten
C
Eiwitten, koolhydraten en mineralen
D
Mineralen, vetten en water

Slide 6 - Quiz


Gal helpt bij de afbraak van voedingsstoffen. Welke voedingsstoffen zijn dit?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten

Slide 7 - Quiz


Wat doen bouwstoffen?
A
Ze worden opgeslagen
B
Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
C
Ze leveren energie
D
Ze beschermen je lichaam

Slide 8 - Quiz

Waarom is de schijf van 5 belangrijk?
A
om gezond en gevarieerd te eten
B
om uit te zoeken wat je wel lekker vindt
C
om gezond en ongezond te eten
D
om ongezond te eten

Slide 9 - Quiz

Welk nummer van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 10 - Quiz

Wat is voedselbederf?
A
door micro-organismen is het voedsel ongeschikt geworden voor consumptie.
B
Voedsel wat nog net te eten is maar al wel stinkt.
C
alleen bacteriën kunnen dat veroorzaken.
D
alleen schimmels kunnen dat veroorzaken.

Slide 11 - Quiz

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
bewaren op de juiste manier

Slide 12 - Quiz

Drie methoden om voedselbederf door bacteriën & schimmels tegen te gaan, zijn invriezen, pasteuriseren en steriliseren.

Bij welke van deze methoden kan voedsel het langst houdbaar worden gemaakt?
A
Bij invriezen
B
Bij pasteuriseren
C
Bij steriliseren
D
Bij alle 3 even lang

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is tandbederf?
A
voedselinfectie in je mond
B
gaatjes in je tong
C
gaatjes in je tanden
D
zuur dat om word gezet in suiker

Slide 15 - Quiz

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 16 - Quiz

Overgewicht voorkomen is beter dan afvallen.
A
Ja natuurlijk!
B
Natuurlijk niet!
C
Maakt niet uit!
D
Ik weet het niet!

Slide 17 - Quiz

Wat is géén gevolg van overgewicht?
A
hart- en vaatziekten
B
diabetes
C
koud
D
te hoge bloeddruk

Slide 18 - Quiz

Wat is NIET een gevolg van overgewicht?
A
haarverlies
B
hartziekten
C
veel zweten
D
suikerziekten

Slide 19 - Quiz


Overgewicht komt in Nederland veel voor.
Van welke voedingsstof wordt door mensen met overgewicht vooral te veel in het lichaam opgeslagen? 

A
Eiwitten
B
Mineralen
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 20 - Quiz

Hoe ontstaat overgewicht?
A
Door te weinig beweging
B
Door te veel beweging
C
Door een goede energiebalans
D
Door een verstoorde energiebalans

Slide 21 - Quiz

Obesitas en overgewicht zijn hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Door welke oorzaken kan overgewicht ontstaan?


A
te veel eten
B
te veel vetten en koolhydraten eten
C
te weinig bewegen
D
alle drie

Slide 23 - Quiz

BMI staat voor
A
Bad Mess Indicatie
B
Bad Mass indicatie
C
Body Mess index
D
Body Mass index

Slide 24 - Quiz

Wat is je BMI?
A
je ideale gewicht
B
de verhouding tussen je lengte en je gewicht
C
je ideale lengte
D
je ideale buikomvang

Slide 25 - Quiz

Tirza heeft een BMI van 19,7. In welke categorie valt haar BMI?
A
ondergewicht
B
normaal gewicht
C
overgewicht
D
Geen van deze

Slide 26 - Quiz

Welk verteringsorgaan zien we hier?
A
Lever
B
Maag
C
Twaalfvingerige darm
D
Alvleesklier

Slide 27 - Quiz

Welk verteringsorgaan komt er na de maag
A
slokdarm
B
dunne darm
C
dikke darm
D
twaalfvingerige darm

Slide 28 - Quiz

Welke van de genoemde verteringsorganen maakt niet zelf verteringsenzymen?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
mond
B
slokdarm
C
12 vingerige darm
D
maag

Slide 29 - Quiz

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
Stoffen die maagsap produceren
B
Alle onverteerbare stoffen
C
Stoffen die processen versnellen
D
Stoffen die de voedselbrij kunnen verplaatsen

Slide 30 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 31 - Quiz

Aan de slag!
Je maakt:
- Test Jezelf H7, alle opdrachten!

Klaar?
1. Nakijken;
2. Inleveren;
3. Huiswerk/leren/lezen!

Slide 32 - Slide