2e klas grammatica stappenplan herhaling zinsontleding

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
  • Lesdoelen bespreken
  • Herhaling stappen grammatica zinsontleding
  • Nieuwe uitleg meewerkend voorwerp
  • Quizvragen
  • Opdracht maken in Teams

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

  • Je leert deze les: het meewerkend voorwerp in de zin
  • Herhaling van het stappenplan zinsontleding
  • Vooruitblik
  • Opdracht in Teams

Slide 3 - Slide

Stappen - volgorde
  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp


Slide 4 - Slide

Stappen zinsontleding
  • Persoonsvorm -  tijdsproef, vraagproef
  • Werkwoordelijk gezegde - alle ww in de zin
  • Onderwerp- Wie/wat +wwg
  • Lijdend voorwerp - Wie/wat + wwg + ond
  • Meewerkend voorwerp   ?


Slide 5 - Slide

Lijdend Voorwerp
  • Wie / wat + gezegde+ onderwerp
  • Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!
  • Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

Slide 6 - Slide

LIJDEND VOORWERP


Tim | graaft | een kuil.


Wat graaft Tim? Tim graaft een kuil.


lijdend voorwerp = een kuil

voorbeeld 1
ow
wwg

Slide 7 - Slide

LIJDEND VOORWERP


Een speler | roept | de grensrechter.


Wie roept een speler? De speler roept de grensrechter.


lijdend voorwerp = de grensrechter

voorbeeld 2
ow
wg

Slide 8 - Slide

LIJDEND VOORWERP


Elin | vertelt | een verhaal.


Wat vertelt Elin? Elin vertelt een verhaal.


lijdend voorwerp = een verhaal

voorbeeld 3
o
wg

Slide 9 - Slide

meewerkend voorwerp

Slide 10 - Slide

Meewerkend voorwerp

Slide 11 - Slide

Zinsontleding vind ik super gaaf!
Wat is het gezegde?
A
Er is geen gezegde.
B
vind
C
super gaaf
D
vind ik

Slide 12 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 13 - Quiz

Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze

Slide 14 - Quiz

Ik rijd vijftig kilometer.

In deze zin staat .....
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp

Slide 15 - Quiz

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden

Slide 16 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 17 - Quiz

Vooruitblik
Week 17:
Les 1: Toets grammatica zinsontleding (in Teams)
Les 2: Numo Lezen 1F

Week 19: (na de meivakantie)
start presentaties PowerPoint / Leesboek
PowerPoint ingeleverd?

Slide 18 - Slide

Vragen?
Wie heeft er nog vragen over de stappen van de zinsontleding?

Thuis oefenen?

www.cambiumned.nl

Slide 19 - Slide

Vandaag: Opdracht maken
Vandaag maken in Teams/ Opdrachten:

Opdracht grammatica zinsontleding.
Deze opdracht kun je maken en via de knop onderin:
inleveren.

Kijk maar even mee in Teams.

Slide 20 - Slide