Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden
-Aan het eind van de les weten jullie waarom het juist spellen van woorden zo belangrijk is.
-Aan het eind van de les kennen jullie de regel over stoffelijke bijvoegelijke naamwoorden.
- Aan het eind van de les hebben jullie geoefend met voltooide deelwoorden die ook bijvoeglijke naamwoorden kunnen zijn.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bijvoeglijke naamwoorden
-Aan het eind van de les weten jullie waarom het juist spellen van woorden zo belangrijk is.
-Aan het eind van de les kennen jullie de regel over stoffelijke bijvoegelijke naamwoorden.
- Aan het eind van de les hebben jullie geoefend met voltooide deelwoorden die ook bijvoeglijke naamwoorden kunnen zijn.

Slide 1 - Slide

Waarom denken jullie dat het zo belangrijk is om woorden juist te spellen?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke onderwerp gaan wij deze les behandelen?
- Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Voltooide deelwoorden die ook bijvoeglijke naamwoorden kunnen zijn

Slide 6 - Slide

Leg uit: wat is nou eigenlijk
een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 7 - Mind map

"Schrijf een bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort/eenvoudig mogelijk!"
Groen: De groene fiets
Verlicht: De verlichte straat
Arm: De arme jongen

Slide 8 - Slide

Hoe zit dat bij deze zinnen? Overleg in tweetallen.
De wedstrijd hebben wij verloren. - De ___________ wedstrijd.
Dit klasgenootje is heel aardig. - Het ___________ klasgenootje.
De buren zijn gisteren verhuisd. - De ____________ buren.
Het cadeau heb ik gisteren gekregen. - Het ___________ cadeau.

Slide 9 - Slide

Dus... "Schrijf een bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort/eenvoudig mogelijk!".... behalve:
Bij sterke werkwoorden (deze veranderen van klank in de VT en eindigen op -en bij het voltooid deelwoord): 
schrikken-schrok-geschrokken
vallen-viel-gevallen
lopen-liep-gelopen
krijgen-kreeg-gekregen

Slide 10 - Slide

Nu alleen! Vervoeg de volgende voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord.
De bloem is gezeefd. - De ___________ bloem.
Het feest is verpest. - Het _______________ feest.
Ik heb die pet veel gedragen. - De _____________ pet.
De weg is verbreed. - De ____________ weg.
De klant heb ik goed geholpen. - De ______________ klant.
Het ijsje is gesmolten. - Het ___________________ ijsje.

Slide 11 - Slide

Welke van de vorige woorden heb je voluit geschreven (met -en achteraan)?

Slide 12 - Open question

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
 - Vertelt waar iets van gemaakt is.
- Deze bijvoeglijk naamwoorden schrijven we vaak met -en aan het eind.
De gouden ring
Het houten huis

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Vervoeg de volgende bijvoeglijke naamwoorden in een zin. Let op! Er zitten stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden bij! Ezelsbruggetje: bij een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord kun je het woordje 'van' voor het bijvoeglijk naamwoord zetten! Probeer dit dus te doen bij de bijvoeglijke naamwoorden. Kan dit? Dan is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:

- Het (hout) huis - De (mooi) ketting
- De (zilver) armband - De (kapot) fietsband - Het (riet) dak

Slide 15 - Open question

Herhaling! Welk ezelsbruggetje kun
je gebruiken om een
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord te
herkennen?

Slide 16 - Mind map

Herhaling! Bij welke soort
woorden schrijf
je het bijvoeglijke naamwoord
met -en achteraan/voluit?

Slide 17 - Mind map

We hebben vandaag met de online tool 'LessonUp' gewerkt. Hoe vonden jullie het om op deze manier les te krijgen?

Slide 18 - Open question