Voltooid deelwoord en (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord
Volt. dw en bijv. nw
De vorige les hebben we het gehad over het voltooid deelwoord en het (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord.
Deze les gaan we kijken of je de geleerde theorie ook kunt toepassen. Ben je er klaar voor?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Volt. dw en bijv. nw
De vorige les hebben we het gehad over het voltooid deelwoord en het (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord.
Deze les gaan we kijken of je de geleerde theorie ook kunt toepassen. Ben je er klaar voor?
Slide 1 - Slide
De opdracht:
Je krijgt nu een aantal vragen over het bijvoeglijk naamwoord.
Slide 2 - Slide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 3 - Open question
In elke zin staat een bijvoeglijk naamwoord
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Het is mogelijk om in een zin het bijvoeglijk naamwoord weg te laten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Wanneer schrijf je een bijvoeglijk naamwoord wel met -tte of -dde?
Slide 6 - Open question
Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je altijd zo kort mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat is/zijn de bijv.nw in de onderstaande zin: Dat is een prachtige bloem.
A
dat
B
is
C
prachtige
D
bloem
Slide 8 - Quiz
Wat is/zijn de bijv.nw in de onderstaande zin: Hij is een heel knappe jongen!
A
heel
B
knappe
C
knappe jongen
D
heel knappe
Slide 9 - Quiz
Wat is/zijn de bijv.nw in de onderstaande zin: Die oude, Spaanse man is erg lief.
A
oude
B
Spaanse
C
oude/Spaanse
D
lief
Slide 10 - Quiz
Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Slide 11 - Open question
Geef eens twee voorbeelden van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
Slide 12 - Open question
Het voltooid deelwoord
Wie kan uitleggen wat een voltooid deelwoord is?
Hoe herken je een voltooid deelwoord?
Slide 13 - Slide
Het voltooid deelwoord
Wie weet welk trucje je kan gebruiken om ervoor te zorgen dat je het voltooid deelwoord juist spelt?
Wie kan uitleggen hoe dit trucje werkt?
Slide 14 - Slide
De opdracht:
Je krijgt nu een aantal vrahen over het voltooid deelwoord.
Slide 15 - Slide
Om het voltooid deelwoord juist te spellen, kan je de volgende woorden gebruiken:
A
taxi-kofschip
B
het sexy fokschaap
C
xtc koffieshop
D
ex-kaasschaaf
Slide 16 - Quiz
Het volgende woord is juist gespeld: "gekent"
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 17 - Quiz
Het volgende woord is juist gespeld: "geverfd"
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 18 - Quiz
Het volgende woord is juist gespeld: "gestofzuigd"
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 19 - Quiz
Week 23. De weekdoelen:
-Ik weet wat stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden zijn -Ik kan deze bijvoeglijke naamwoorden spellen -Ik weet wat een voltooid deelwoord is -Ik weet hoe ik een voltooid deelwoord moet spellen