H5 B1 (2 KGT)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Voorkennis
Leerdoelen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij 






?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Erfelijke informatie
Lichaamscellen: Cellen waaruit je lichaam is opgebouwd
Chromosomen: Lange, dunne draden in de celkern.
DNA: Is informatie opgeslagen over erfelijke eigenschappen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Celdeling
Celdeling: Ontstaan van nieuwe cellen uit bijvoorbeeld bevruchte eicel > elke cel dezelfde informatie. 
Dochtercel: Nieuwe cellen die ontstaan.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Genotype
Gen: Stukjes DNA die informatie voor één eigenschap bevatten.
Genotype: Informatie van organisme die erfelijke eigenschappen bevatten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Fenotype
Fenotype: Eigenschappen van een organisme, bijvoorbeeld blond haar.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten blz 112                           Zorg dat je 12 bloemen maakt
1 bloem: 5,6
2 bloemen:1,2,3,4,7,8
3 bloemen : 

Lichaamscellen: Cellen waaruit je lichaam is opgebouwd
Chromosomen: Lange, dunne draden in de celkern.
DNA: Is informatie opgeslagen over erfelijke eigenschappen.
Celdeling: Ontstaan van nieuwe cellen uit bijvoorbeeld bevruchte eicel > elke cel dezelfde informatie.
Dochtercel: Nieuwe cellen die ontstaan.
Gen: Stukjes DNA die informatie voor één eigenschap bevatten.
Genotype: Informatie van organisme die erfelijke eigenschappen bevatten.
Fenotype: Eigenschappen van een organisme, bijvoorbeeld blond haar.

Slide 10 - Slide

14 bloemen

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke info op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het genotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Is het fenotype van de larve hetzelfde als het fenotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is celdeling?
A
Maken van nieuwe cellen
B
Maken van nieuw DNA
C
Maken van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Maken van een nieuw leven

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions