This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je beschrijft het begrip koopgedrag.
Je benoemt het koopgedrag binnen een B2C en een B2B situatie.
Je herkent het verschil in koopgedrag B2C en B2B.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Koopsituaties B2C
Drie soorten koopsituaties:
1. UPO (Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag)
2. BPO (Beperkt probleemoplossend koopgedrag)
3. RAG (Routinematig aankoopgedrag)
Slide 6 - Slide
RAG = routinematig aankoopgedrag
Producten die de consument vaak koopt en al vaak heeft gekocht.
Interesse voor informatie is beperkt.
Bijv.dagelijkse boodschappen --> convenience goods en daarnaast unsought goods (impulsaankopen).
Aankoop gaat op dezelfde manier.
Slide 7 - Slide
BPO(beperkt probleemoplossend aankoopgedrag):
Hij weet nog niet precies welke kwaliteit/kleur/merk. Het is niet nieuw maar consument koopt het minder vaak.
Hij is bereid om meer informatie in te winnen.
De prijs is hoger dan bij convenience goods -->
shopping goods
Bijv. kleding of apparatuur die regelmatig wordt vervangen.
Slide 8 - Slide
UPO (uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag):
Weinig ervaring met het product of koopt het voor de eerste keer.
Veel moeite en tijd aan besteden, veel informatie in-winnen --> specialty goods
Een belangrijke aankoop voor de consument met een hoge prijs
Indeling is niet hard: wat voor de één een convenience good is, is voor de ander een shopping good.
Slide 9 - Slide
Koopgedrag B2B
New task buying: eerste nieuwe aankoop. Uitgebreid informatie verzamelen.
Modified rebuy: gewijzigde herhalingsaankoop. Informatie over leverancier of gewijzigd product verzamelen.
Straight rebuy: ongewijzigde herhalingsaankoop. Geen nieuwe informatie nodig.
Slide 10 - Slide
Verschil koopgedrag B2B en B2C
Ordergrootte
Volume
Verkooptraject
Onderhandelingsmogelijkheden
DMU
Slide 11 - Slide
''Een klant koopt al jaren schoenen van Nike, het ziet nu mooie schoenen van Adidas. Hij weet de prijs niet en zoekt het op'' Van welke koopsituatie is hier sprake?
A
UPO (Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag)
B
BPO (Beperkt probleemoplossend koopgedrag)
C
RAG (routinematig aankoopgedrag)
Slide 12 - Quiz
Een koopsituatie waarin een bedrijf voor de eerste keer een bepaald product inkoopt
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task
Slide 13 - Quiz
Een bedrijf past een product specificatie aan veranderde eisen aan. Hoe noem je deze koopsituatie?
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task
Slide 14 - Quiz
Een klant koopt een product in dat hij al eerder inkocht bij dezelfde leverancier
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task
Slide 15 - Quiz
Een groothandel gaat naast hun huidige assortiment ook natuurlijke en dierproefvrije verzorgingsproducten verkopen. Hiervoor moeten ze een inkoopcontract afsluiten met nieuwe leveranciers. Welke koopsituatie is dit?
A
New task
B
Modified rebuy
C
Straight rebuy
Slide 16 - Quiz
waar staat B2C voor?
Slide 17 - Open question
New Task Buying, Modified Rebuy en Straight Rebuy hebben betrekking op?
A
Koopgedrag van consumenten
B
Zakelijke koopsituaties
Slide 18 - Quiz
RAG
UPO
BPO
Supermarkt aankopen
Nieuwe Keuken
Nieuwe Computer
Nieuwe Telefoon
Huis
Batterijen
Nieuw bed
ijsje
Schoenen
Slide 19 - Drag question
Tess koopt altijd dezelfde spijkerbroek, want die zit goed. Ze past dus ook geen andere. Wat is haar koopsituatie?
A
UPO
B
BPO
C
RAG
D
UFO
Slide 20 - Quiz
Wat is geen B2B koopsituatie?
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task buying
D
specialty goods
Slide 21 - Quiz
Aankoopgedrag waarbij de consument door zijn ervaring met het product niet lang hoeft na te denken over zijn aankoop
A
UPO
B
BPO
C
RAG
Slide 22 - Quiz
De klant doet geen moeite! Het is een automatisme-aankoop geworden
Klant denkt goed na over deze aankoop. Deze aankoop is best prijzig, maar ook duurzaam
Het is een exclusief en luxe product. De producten zijn vooral voor rijkere mensen.
Je weet dat het bestaat, maar denkt nu niet aan om het aan te schaffen. het is geen gewild product