5.4 Het ontstaan van staten

Het ontstaan van staten
paragraaf 5.4
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het ontstaan van staten
paragraaf 5.4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen? 
Herhalen
Uitleg paragraaf 5.4 
Huiswerk 

Lesdoelen: 
  • Je kunt het belangrijkste gevolg noemen van de opkomst van de geldeconomie voor het bestuur.
  • waarom hadden de paus en de keizer een conflict met elkaar in de late middeleeuwen

Slide 2 - Slide

In de late middeleeuwen zien we het herleven van .... ?
A
het feodalisme
B
de agrarische samenleving
C
de agrarisch-stedelijke samenleving
D
het hofstelsel

Slide 3 - Quiz

Welke bevolkingsgroep werd machtiger in de late middeleeuwen?
A
de lijfeigenen
B
de geestelijkheid
C
de boeren
D
de stedelijke burgerij

Slide 4 - Quiz

Wat was de naam voor een inwoner van een middeleeuwse stad?
A
Koopman
B
Boer
C
Burgerij
D
Horige

Slide 5 - Quiz

Wie was de eigenaar van een werkplaats in een gilde?
A
De gezel
B
De arbeider
C
De leerling
D
De meester

Slide 6 - Quiz

Wat is een gilde?
A
Een middeleeuwse marktplaats
B
Een middeleeuwse kerk
C
Een soort middeleeuws festival
D
Een vereniging van mensen met hetzelfde beroep

Slide 7 - Quiz

Wanneer beginnen de late middeleeuwen?
A
0
B
500
C
1000
D
1500

Slide 8 - Quiz

Vijf uitspraken over het drieslagstelsel. Kies per uitspraak voor 'goed' of 'fout'. 
Het drieslagstelsel is een manier van landbouw waarbij om de drie jaar een akker braak ligt.
Dankzij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond vruchtbaarder.
Door het drieslagstelsel werden de oogsten kleiner, omdat er minder landbouwgrond beschikbaar was.
Het drieslagstelsel is ongeveer hetzelfde als het hofstelsel.
Het drieslagstelsel werd gebruikt vanaf ongeveer het jaar 600.
Goed
Goed
Fout
Fout
Fout

Slide 9 - Drag question

Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Agrarische samenleving
Agrarische-
stedelijke samenleving

Slide 10 - Drag question

Wat stond er vaak in het midden van de stad?

Slide 11 - Open question

Leg uit wat een ambacht is

Slide 12 - Open question

Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde in de tijd
1
2
3
4
Meer voedsel en een grotere bevolking 
Handel onstaat bij kruispunten, kloosters en kastelen
Het ontstaan van het drieslagstelsel en ontginnen van woeste gronden 
Er ontstaan dorpen en de samenleving verandert 

Slide 13 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde
Boeren en ambachtslieden hadden producten over.
Handelaren kochten deze producten op om met winst te verkopen.
Handelaren reisden met deze producten naar kruispunten van wegen en rivieren, of kastelen en kloosters.
Op die plaatsen kwamen veel mensen samen om spullen te kopen en verkopen.
Zo ontstonden markten en nieuwe steden.

Slide 14 - Drag question

Vorsten, ambtenaren, huurlegers (boek blz. 81)
Late Mideeleeuwen in Europa: STEDEN + GELDECONOMIE
NADEEL VOOR VORSTEN:
  • Weinig macht in de steden
VOORDELEN VOOR VORSTEN:
  • Belastinggeld uit de steden
  • Boeren betalen pacht met geld

Slide 15 - Slide

Vorsten, ambtenaren, huurlegers (boek blz. 81)
Gevolgen voor het bestuur (v.a 13e eeuw): 
  • Vorsten betalen ambtenaren om met het bestuur te helpe
    --> Zij hebben geen leen, en gehoorzamen aan de vorst
  • Vorsten kunnnen soldaten huren - een huurleger hebben.   
      --> Daardoor niet meer afhankelijk van de leenmannen
GEVOLG:
  • Macht van de adel kleiner en macht van de vorsten groter

Slide 16 - Slide

Geef aan waarom een vorst na de vroege middeleeuwen graag ambtenaren in dienst nam.
A
Ambtenaren hadden geen eigen mening
B
Ambtenaren hadden niet het gevoel dat ze de baas waren over het land dat ze bestuurden
C
Ambtenaren waren niet zo slim
D
Ambtenaren waren slimmer dan leenmannen

Slide 17 - Quiz

                            werden steeds                          . Band tussen koning en leenman verdween. Koning had                                    in plaats van het leger van de leenman.
Steden en burgers
onafhankelijker
Huurlegers

Slide 18 - Drag question

Huiswerk 
Kijk op je planner, wat je kan doen. 
Ben je klaar? Antwoorden leerdoelen

Slide 19 - Slide

Blooket 
https://dashboard.blooket.com/set/666fea3ac9e069d6094bebd0

Slide 20 - Slide

Ruzie tussen paus en vorsten 
Vorsten en pausen hadden een conflict over wie bisschoppen mocht benoemen. 




Waarom wilden vorsten bisschoppen als bestuurders?
Bisschoppen mochten niet trouwen, dus kregen geen kinderen 
 → dus na hun dood kreeg de vorst zijn leen terug
Waarom wilde de paus dat niet?
Paus was de baas van de kerk, dus de baas van de bisschoppen.
Niet de vorst!

Slide 21 - Slide

De paus en de vorst
Vorsten gaan ook bisschoppen benoemen
Deze bisschoppen zouden een deel van het rijk besturen
Zij krijgen geen kinderen en dus geen ontrouwe opvolgers
Maar de paus vindt dat alleen hij bisschoppen mag benoemen!

Slide 22 - Slide

De paus en de vorst
Dit leidt tot ruzie tussen de Duitse keizer en de paus
In 1122 sluiten zij een vrede 
Er komt een scheiding tussen bestuur van de kerk en het land
De paus regelt zaken van de kerk, de vorst bestuurt het land

Slide 23 - Slide

Oftewel...
Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Vorsten reisden rond

Vorsten besturen vanuit 1 plaats (centralisatie)
Overal andere wetten en regels
Overal dezelfde wetten en belastingen (staatsvorming)
= LEENSTELSEL
= Centraal bestuur

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Klik op de hotspots en sleep de straffen en de gezegden naar de juiste plek in de afbeelding.
Een gruwelijk goede opdracht!
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
"Iemand de ogen uitsteken."
"Hij voelt zich geradbraakt."
"Ik maak hem een kopje kleiner."
" Zij werd op de pijnbank gelegd."
"Ze legden hem het vuur aan de schenen."
"Dat doet hem de das om."

Slide 26 - Drag question

Leg uit dat de video een voorbeeld is van centraal bestuur.

Slide 27 - Open question

Ruzie tussen paus en vorsten (boek blz. 82)
Pak bron 3 op blz. 82 erbij
1. Wat zie je op de bron? Wat staat eronder?
2. Welke personen werden officieel benoemd?
3. Wie deed een benoeming?

Slide 28 - Slide

Ruzie tussen paus en vorsten (boek blz. 82)
Waarom wilden vorsten bischoppen als leenmannen/bestuurders?
Zij waren niet getrouwd, hadden dus geen kinderen
--> dus na hun dood kreeg de vorst zijn leen terug
Waarom wilde de paus dat niet?
Paus was de baas van de kerk, dus de baas van de bisschoppen. Niet de vorst!!

Slide 29 - Slide

Ruzie tussen paus en vorsten (boek blz. 82)
GEVOLG (11e eeuw)
Ruzie tussen de Duitse keizer en Paus Gregorius
Oplossing in 1122:
1. De Paus benoemt de bisschoppen
2. De Paus bestuurt de kerk (= geestelijke macht), niet het land
3. De keizer bestuurt het land, niet de kerk

Slide 30 - Slide

Steeds meer centraal bestuur (boek blz. 83)
Pak bron 4 op blz. 83 erbij
Beantwoord in de volgende slides de vragen

Slide 31 - Slide