6.3 Mensen in het kustgebied

Weekplenda
Week 13
Week 14
Week 15
Week 16
Week 19
Week 20
H6 §3

Kahoot H6  §1 t/m §3

SO 
H6 §4

H6 §5

Herhalen H6 §1 t/m §5

Oefen rep
Leerles 



Rep H6
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weekplenda
Week 13
Week 14
Week 15
Week 16
Week 19
Week 20
H6 §3

Kahoot H6  §1 t/m §3

SO 
H6 §4

H6 §5

Herhalen H6 §1 t/m §5

Oefen rep
Leerles 



Rep H6

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?

Slide 2 - Open question

In welke periode warmde het klimaat op?
A
Pleistoceen
B
Holoceen

Slide 3 - Quiz

In wat voor een gebied ontstaat veen?
A
zandgrond
B
kleigrond
C
moeras
D
zoutvlakte

Slide 4 - Quiz

Sleep het begrip naar de juiste definitie!
Grondsoort die bestaat uit (half) vergane plantenresten.
De combinatie van stijgen van zee + effect van bodemdaling.
Periode waarin de invloed van de zee toeneemt.
veen
transgressie
relatieve zeespiegelstijging

Slide 5 - Drag question

Op de afbeelding is transgressie te zien tussen afbeelding B en C.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Een periode waarin de invloed van de zee toeneemt noemen we?
A
regressie
B
transgressie

Slide 7 - Quiz

Welk materialen werd er tijdens het Weichselien neergelegd?
A
dekzand
B
löss
C
veen
D
klei

Slide 8 - Quiz

Noem minimaal 1 reden waarom Nederland te maken heeft met bodemdaling

Slide 9 - Open question

Noem een maatregel die we hebben genomen om ons te beschermen tegen de zee.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Herhaling ontstaan zeekleigebieden

Slide 12 - Slide

Kwelders
transgressie - kustlijn schuift landinwaarts
regressie - kustlijn schuift zeewaarts

  1. Hoogste zeeniveau: waterpeil is stabiel
  2. Slib zakt naar beneden
  3. Eb: slib blijft achter
  4. Grond komt hoger te liggen
  5. Gebied overstroomt zelden meer
  6. Gebied raakt begroeid = kwelder

Slide 13 - Slide

Zeekleilandschap
500 v.c - wonen op terpen
1000 n.c. - wonen achter dijken
eerst defensief, later offensief
inpoldering kwelders.



Voormalige zeedijk
Terpdorp

Slide 14 - Slide

Veenlandschap
1000 n.c. wonen in het veen.

- woningen langs weg, kanaal, dijk, 
   riviertje = ontginningsbasis
- brede waterloop op 1 km afstand 
   van basis = wetering
- slootjes graven in lengterichting

Ontginningsbasis
Wetering
Slootjes voor afwatering

Slide 15 - Slide

Veenlandschap
- eerst akkerbouw
- later veeteelt (te nat voor akkerbouw)
~ inklinking door ontwatering
~ veenoxidatie door ontwatering

Ook gebruikt voor turfwinning
-afgegraven watergangen/petgaten
- droogplekken/legakkers voor veen 

Legakkers sloegen weg bij stormen, zo ontstonden plassen/meren.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Droogmakerij
Sinds de 16e eeuw droogleggen van plassen, meren en stukken zee.

  1. Aanleggen ringdijk met vaart.
  2. Droogpompen omdijkt gebied.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het terugtrekken van de zeespiegel
A
transgressie
B
regressie
C
agressie
D
decompressie

Slide 20 - Quiz

2 redenen voor transgressie
A
stijging zeespiegel + minder verdamping
B
stijging zeespiegel + bodemdaling
C
minder verdamping+ bodemdaling

Slide 21 - Quiz

1e veenvorming
(zwart in tekening)
A
Hollandveen
B
Brabantveen
C
Basisveen
D
Grondveen

Slide 22 - Quiz

Eerste duinen
(grijze bulten)
A
Oude duinen
B
Jonge duinen
C
Nieuwe duinen
D
Basisduinen

Slide 23 - Quiz

Verlanding
1
2
3
4
Minder invloed zout water
natuurolijke omgeving wordt zoeter
Open water groeit dicht door plantengroei
Veenontwikkeling door niet vergane plantenresten

Slide 24 - Drag question